De levenshouding van filosoof en schrijver Marian Donner is met de kont tegen de krib. Ze roept op tot ‘kleine duwtjes’ van verzet tegen het kapitalistische systeem dat ons in zijn greep houdt. Maar vraag haar niet om een oplossing: ‘Dat hele denken in oplossingen is in wezen het probleem zelf.’
Ianthe Sahadat
30 december 2024
Op de presentatie van haar nieuwe boek Rooksignalen, in buurtkroeg Topido (‘Tot Ons Plezier Is Deeze Opgericht’), bij de Amsterdamse Ten Katemarkt, vertelde filosoof en schrijver Marian Donner de aanwezigen over de keer dat haar zoontje een wildvreemde man in een toko aanviel. Met opgeheven banaan was het jochie richting de man gesprongen, ‘en garde’ brullend.
Een aantal weken later, in haar lichte bovenwoning, gezeten aan de keukentafel waar ze de Lego van de musketier in kwestie (heden 9 jaar) opzij heeft geschoven om wat ruimte te maken, vertelt Donner (50) de anekdote opnieuw. Vertederde blik: ‘Die man reageerde fantastisch. Deed of hij geraakt was, liet zich vallen. Daarna kocht hij de banaan, overhandigde hem plechtig, en zei: ‘Beloof je dat je deze energie altijd zult behouden?’’
Het is een veelzeggende herinnering, niet per se voor haar zoon – die de banaan gewoon opat nadat hij ‘Uh oké’ had gemompeld – maar wel voor Donner. Omdat de woorden van de man, in zekere zin, haar oproep aan de mens verbeelden: blijf spelen, pleeg verzet, pas je niet aan, wees tegenstrijdig, leef. Je zou kunnen stellen dat Donner principieel houdt van dat wat afwijkt van de kudde. Van rafelrandjes, van het ongepolijste.
Je zou haar een anarchist kunnen noemen. Iemand die niet strijdt voor ‘a seat at the table’ maar die liefst de hele tafel uit het raam zou gooien. ‘Emancipatiebewegingen richten zich, heel begrijpelijk, op het oprekken van de norm. Maar ik zie het anders: ik wil zoveel ruimte voor afwijking, voor de variatie, dat de norm er minder toe doet’, zegt ze nadat ze zich heeft verontschuldigd voor de afwezigheid van ‘iets lekkers’. ‘Ik had iets willen halen, maar vergeet dat dan toch weer. Ik heb wel Sultanas?’
Zowel in haar columns en essays voor De Groene Amsterdammer, NRC en de Volkskrant, als in haar boeken, richt Donner haar warme blik op de mens die het razende ritme van de neoliberale optimalisatiemaatschappij niet kan of wil bijhouden. Haar pijlen vuurt ze vlijmscherp en eloquent af op ‘het systeem’ dat onze hoofden en harten heeft gekaapt, dat van alles een product maakt en dat we, zonder dit te zien, gezamenlijk in stand houden.
In 2019 verscheen haar Zelfverwoestingsboek, een vlammend pamflet tegen het dwingende keurslijf van de neoliberale persoonlijkheid (productief en positief!), tegen het bijbehorende egocentrisme, zelfverklaarde goeroes en de maakbaarheidsdictatuur. In 2022 volgde De grote weigering, een pleidooi geïnspireerd op de antikapitalistische filosofieklassieker De eendimensionale mens (uit 1964) van Herbert Marcuse. Het leverde haar de omschrijving ‘de Slavoj Žižek van de Lage Landen’ op in het Belgische tijdschrift Knack, verwijzend naar de populaire postmodern-marxistische Sloveense cultuurfilosoof.
Net als Žižek heeft Donner een onnavolgbaar talent voor associaties, metaforen en analogieën. Ook in haar nieuwste, Rooksignalen, kan een analyse over liegende politici je zomaar langs een woonblok op aanmeldcentrum Ter Apel, een heuvel met een beschrijvende naam in het Maori, het logo van Nike en een zanglijster voeren. Rooksignalen is een bundeling observaties en overpeinzingen over de (westerse) mens, en een aanmoediging: om de blik eens van de eigen navel af te bewegen.
Trouw recenseerde Rooksignalen lovend, met de kanttekening: voor hoop en optimisme hoef je niet bij Marian Donner te zijn. Klopt dat?
‘Ik vind mezelf best optimistisch.’
Je begint je boek met de toekomstschets: ‘… technologie ontmenselijkt, de zelfhulpindustrie ontmenselijkt, kapitalisme ontmenselijkt, en dat wordt alleen maar erger.’
Betrapte blik: ‘Dat klopt ook allemaal. Maar, maar… We kunnen ontsnappen!
‘Kijk, ik zie het systeem waarin we leven als een olietanker: log en massief. Vanaf die tanker zie je maar één uitzicht. Pas als de koers verandert kan er een nieuwe horizon opdoemen. Je kan een tanker niet in één keer van koers laten veranderen. Die gaat pas een andere richting op bewegen als hij heel veel kleine duwtjes heeft gekregen.
‘Daartoe roep ik op. Duwtjes in de vorm van verzet, de weigering mee te draaien in het systeem. Mensen zeggen vaak: we moeten een alternatieve toekomst schetsen. Maar dat kan helemaal niet. We kunnen ons namelijk alleen voorstellen wat al enigszins bekend is. Dat is trouwens wat Marcuse bedoelde met ‘de eendimensionale mens’, die zit zo diep in dit systeem dat hij er niet buiten kan denken.’
Welk systeem bedoel je precies?
‘Het kapitalistische. Bij kapitalisme denken mensen vaak aan het economische systeem, aandeelhouders, de beurs en de markt. Ik probeer te laten zien dat het ook een cultureel systeem is. Het beïnvloedt ook hoe we over onszelf denken. We hebben de pijlers van het kapitalisme, zoals groei, vooruitgang en competitie, geïnternaliseerd.
Marian DonnerBeeld Nick Helderman
‘Ook wij moeten allemaal de best mogelijke versie van onszelf zijn. Alles in een stijgende lijn. En als dat niet lukt, voelen mensen zich daar rot over. We voelen ons inmiddels zelfs schuldig als we niet ontspannen zijn. Ik probeer te laten zien hoe alomvattend het neoliberale denken is. Hoe het overal in doorsijpelt, in films, literatuur, televisie, media en reclames.
‘Maar het is dus niet de bedoeling dat je daar een uitzichtloos gevoel aan overhoudt. Zelf geloof ik juist dat hoe meer je het gaat zien, hoe meer je je hier bewust van wordt, hoe meer alternatieve routes zich openen. Alles begint bij het zien van het systeem waarin we leven. En je afvragen: is meedraven in de ratrace echt noodzakelijk, of kun je er, in elk geval enigszins, afstand van nemen? Alleen de vraag stellen is al deel van de oplossing. ‘
Je geeft regelmatig lezingen, en dan is er, zo schrijf je, altijd wel iemand die vraagt: en wat is nu de oplossing? Jij wordt dan boos.
Begint te lachen. ‘Dat vind ik echt verschrikkelijk, ja.’
Waarom eigenlijk?
‘Omdat je dan dus mensen krijgt die zeggen: verbeeldingskracht is de oplossing. Of kunst. Maar dan wordt kunst een instrument om de wereld te verbeteren. Daar krijg je echt geen betere kunst van. En wat ik bedoel is: als ik voor jou die oplossing kan bedenken, als we hem nu al kunnen bedenken, dan is hij sowieso niet goed. Omdat hij voortkomt uit het al bestaande.
‘De Amerikaanse schrijfster Audre Lorde zei dat mooi: ‘the master’s tools will never dismantle the master’s house’. Het doelmatige denken, het denken in stappenplannen, het maakbaarheidsidee – ze vormen het hart van de ideologie waarin we leven. Dat hele denken in oplossingen is in wezen het probleem zelf. Van grootse oplossingen krijg ik juist helemaal geen hoop, die maken me cynisch. Omdat ze onmiddellijk ingekapseld raken in het al bestaande systeem.’
Dat schrijf je ook: het grote gevaar van het kapitalisme is dat het elke vorm van verzet inlijft.
‘Elk uniek idee, elke tegenbeweging, elke droom wordt opgeslokt door het heersende systeem. Activisme als verdienmodel, zen als statussymbool, want zelfs ontspanning is iets doelmatigs geworden. Terwijl, voor mij is rust: niets doen. De waarde ervan ligt juist in de doelloosheid.’
Wie je ook boos maakt, is Rutger Bregman, die zegt dat we ‘meer morele ambitie’ moeten hebben. Maar is hij niet ook kritisch op het kapitalistische systeem?
‘Juist niet, want hij wil wel de wereld beter maken, maar binnen de wereld zoals hij is. Morele ondernemers rekenen bijvoorbeeld uit dat een Londense huisarts in een hele carrière ‘maar’ twintig levens redt, terwijl ze met een stichting die strijdt tegen loodvergiftiging in arme landen voor 215.000 kinderen 43.000 extra levensjaren kan winnen. Dat noemen ze dan effectief altruïsme.
‘Zo wil je toch helemaal niet denken? Het suggereert dat er ook zoiets als ‘ineffectief altruïsme’ bestaat, als je bijvoorbeeld boodschappen voor je buurman doet. Want één leven, of twintig levens, dat is gewoon niet goed genoeg.
‘Dat aanpraten van schaamte en schuld, het denken in spreadsheets, jezelf optimaliseren en doelmatigheid. Ik probeer te laten zien dat het juist volledig binnen de gebaande paden van het bestaande systeem past, dat iemand als Rutger Bregman totaal niet kijkt naar, ik noem maar wat, een eerlijkere verdeling van welvaart.’
Ik had eigenlijk ook willen vragen: wat is volgens jou de oplossing?
Lacht: ‘Ik heb weleens een lezing gegeven, ergens in België, waar ik dus een soort ruzie met de zaal kreeg, omdat ik weigerde met oplossingen te komen. Dat nam de organisatie me niet in dank af. Het is trouwens geen dwarsheid, ik ben er echt van overtuigd dat het zo niet werkt. Dat je ruimte moet maken voor het toeval, het onverwachte, dat wat je nu nog niet kunt bedenken.
‘Voor mijn studie psychologie moest ik eens iemand interviewen over het onderwerp vrijheid. Ik sprak een jonge vrouw die veel in haar eentje reisde. Zij definieerde vrijheid als reizen. Niet omdat je overal naar toe kan gaan of iets in die trant. Nee, de vrijheid zat voor haar in alle nieuwe en onbekende situaties waar ze in belandde en dat ze dan niet wist hoe ze ging reageren. Niet weten wat er in jezelf leeft, noemde ze dat. Dat vond ik zo’n fantastische definitie. Dat is precies wat ik bedoel.
‘De verrijking zit in het onbekende, in je laten overvallen. Dat probeer ik in mijn boek te laten zien. Mogen al je wensen uitkomen. Dat is in het Chinees dus een verwensing. Dat vind ik zo mooi.’
Elke hapering is een vorm van verzet, wat Donner betreft. Omdat we leven in een tijd waarin alles zo efficiënt mogelijk dient te verlopen. Donneriaans verzet kenmerkt zich door de kleinschaligheid ervan. Omdat ze niet gelooft in grootse visies die de mensheid van de ene op de andere dag richting een andere, betere horizon kunnen sturen. Ze gelooft meer in het uitdelen van speldenprikjes, ontelbaar veel kleine duwtjes die ervoor zorgen dat de boel vertraagt, mensen meer moeite moeten doen, beter moeten luisteren, opletten, hun omgeving echt waarnemen.
Ze krijgt vaak mails van mensen die haar bedanken voor haar woorden. Op de ideeën in haar boeken gaan ze niet per se in. ‘Het is meer een gevoelsmatige kwestie.’ Lachend: ‘Ze denken: wat fijn, ik mag de rommeligheid toelaten, ik hoef niet de beste versie van mezelf te zijn.’
‘Mijn lezers geven veel liefde’, zegt ze zelf. Zoals de man die vijf uur reisde om haar bij een optreden in België te kunnen vertellen hoe blij hij was met het stuk (de epiloog in Rooksignalen) dat Donner uit naam van haar destijds 6-jarige zoon had geschreven. In de ik-vorm. Geef iemand een stem die doorgaans niet wordt gehoord, was de opdracht van een theaterfestival in Oostende.
Na publicatie in dagblad de Standaard werd ze overladen door reacties. Mensen vonden het een mooie stem, vertelden ze haar. Ook zij kenden of waren ooit iemand die onzichtbare muren en ufo’s zag in de klas en moest schreeuwen of huilen van de werkboekjes op school.
De man die vijf uur reisde vertelde Donner hoezeer hij zich in haar zoontje herkende. Hij was al tegen de 70, maar ooit was hij een fantasierijk kind geweest. Alleen had het systeem hem eronder gekregen. ‘Hij wilde me persoonlijk zeggen dat ik alles, echt alles, moest doen om ervoor te zorgen dat mijn zoon zichzelf kon blijven. Dat vond ik zo ontroerend.’
Je beschrijft hoe je zelf als kind en tiener op scholen zat met enthousiaste docenten die veel bildung boden: toneel, klassieke muziek, debatten. Maar het deed je allemaal niets, jij wilde alleen tafelvoetballen in de coffeeshop. Aan de universiteit probeerde je zes studies uit. Het was uiteindelijk een onaangepaste docent filosofie die het vuur in jou wist te ontbranden. Wat was er zo bijzonder aan hem?
‘Igor van Krogten, zo heette hij, was het zwarte schaap van de faculteit psychologie. Hij zat weggestopt in een klein kamertje, werd nooit uitgenodigd voor borrels, schreef geen peer-reviewed artikelen, maakte geen carrière en gaf maar één vak, waarin hij zijn eigen boek onderwees. Lust en onlust in de filosofie, Nietzsche, Markies de Sade, de duistere kanten in de mens.
‘Het was een heel dominante man, niet per se vriendelijk. Hij was verre van een rolmodel, maar doordat hij zichzelf liet zien, zich niet beter voordeed en door zijn totale onaangepastheid voelde ik ruimte om zelf na te denken, om dingen te zeggen. Hij ging echt een connectie met zijn studenten aan, nam ons en onze ideeën serieus. Dat was nieuw voor me.
‘Wat me tegenstond in al die eerdere bildung: die werd van bovenaf opgelegd. Een curriculum, kennis en vaardigheden, allemaal om op een dag als winnaar uit de bus te komen. Bij Igor van Krogten was de relatie niet: je bent een student en ik ga jou onderwijzen. Het was volstrekt gelijkwaardig. Ik voelde dat hij me nooit zou afwijzen om wat ik zei, of om hoe ik dacht. Eigenlijk is dat waar mijn boek over gaat, over de relaties die je vormen en dát relaties je vormen.’
Toen je je scriptie inleverde, gaf hij je een 8 zonder die te lezen.
‘Haha, dat was heel raar. Ik zei ook: ‘Hè, maar moet je hem dan niet lezen?’ Hij antwoordde: ‘Wat denk je dat we hier de afgelopen maanden hebben gedaan?’ Hij bedoelde dat hij wist hoe ik dacht. Voor mijn afstudeerscriptie had ik inderdaad maandenlang wekelijks urenlange gesprekken met hem op zijn werkkamer. Als zijn vriend belde, ging hij gerust een half uur een privégesprek voeren, waar je dan naast zat, totaal grensoverschrijdend. (Lacht hard.)
‘Hij vertelde veel over zichzelf, over zijn jeugd en hij lokte je uit de tent. Haalde je geestelijk uit je comfortzone. Hij was homoseksueel en dan vroeg hij aan mij: vind je dat daar iets mis mee is? En met pedofilie dan? En dan moest ik me daar uitpraten. Pas later ben ik gaan inzien dat die uren met hem mij en mijn denken meer hebben gevormd dan al die studies bij elkaar.’
Dan, na een enthousiaste uitweiding over haar favoriete natuurkundige theorie, de kwantummechanica (‘drijft de grootste geesten tot waanzin’), zegt Donner plotseling: ‘Tijdens het schrijven van dit boek realiseerde ik me ineens dat mijn zoon nu precies even oud is als ik was toen mijn vader (schaakgrootmeester en schrijver Hein Donner, die ook in haar boek opduikt, red.) ernstig ziek werd. Lang heb ik gedacht: wat erg dat ik maar zo kort een vader heb gehad. Nu besef ik: 9 jaar is een lifetime. Mijn vader heeft me wél gekend.’
Marian Donner: Rooksignalen. Das Mag; 248 pagina’s, €23,99.
Das Mag
Help ons door uw ervaring te delen:
Geselecteerd door de redactie
Date clipped: 2024.12.31 13:13