Waarom Yoga - De Moeder

2025-03-01 19:09

Type: Spiekbriefje

Leestijd: 61 min

Aantal pagina's: 26 blz (ipv 142)


Highlights & Notes

Wilt u ons iets zeggen over yoga?

> Alle gevoelens van terugdeinzen, van afkeer en angst die het menselijke mentale verstoren en verzwakken, kunnen worden bedwongen. Een yogi moet deze reacties te boven komen, want vanaf je eerste schreden in de yoga is het noodzakelijk een volkomen sereniteit te bewaren in tegenwoordigheid van alle wezens, alle dingen, alle gebeurtenissen. Je moet altijd kalm, onaangedaan en onwankelbaar blijven; daarin ligt de kracht van de yogi. Zelfs de gevaarlijkste verscheurende dieren kunnen hem geen enkel kwaad doen als hij in hun aanwezigheid een volledige vrede en rust bewaart.

> Dit is het eerste stadium: aspiratie voor het Goddelijke.

> Het tweede stadium bestaat uit het versterken van deze aspiratie, het haar voortdurend waakzaam laten blijven, haar levend en intens te maken.

Wat moet je doen om je op de yoga voor te bereiden?

> Eerst en vooral bewust zijn.

> Voor het grootste gedeelte zijn we onbewust. Deze onbewustheid bindt ons aan ons lagere wezen en verhindert er iedere verandering en transformatie. De anti-goddelijke krachten profiteren van dit onbewustzijn om ons binnen te dringen en tot hun slaaf te maken.

  • Je moet je bewust zijn van jezelf, van je aard en bewegingen.

  • Je moet weten hoe en waarom je iets doet, hoe en wat je voelt en denkt.

  • Je moet je beweegredenen en drijfveren en de verborgen of duidelijk waarneembare krachten die je bewegen, begrijpen.

note: Dit is dezelfde boodschap die keer op keer herhaald wordt in Het Padwerk

> Alleen wanneer je bewust bent, kun je de dingen onderscheiden en sorteren en zien welke krachten je naar beneden halen en welke je vooruit helpen.

> De dualiteit zal zich bij iedere stap aan je voordoen en bij iedere stap zul je moeten kiezen.

> Je zult altijd moeten weigeren het anti-goddelijke ook maar enige kans te geven tegenover het Goddelijke.

Moeten we yoga doen ter wille van de mensheid?

> Nee, ter wille van het Goddelijke.

Hoe komt het dat we elkaar hebben ontmoet?

> We zijn allemaal in vorige levens bij elkaar geweest; anders hadden we elkaar niet in dit leven kunnen ontmoeten.

Wat zijn de gevaren van de yoga? Is het speciaal gevaarlijk voor mensen uit het Westen? Er wordt gezegd dat yoga wel goed kan zijn voor mensen uit het Oosten, maar dat het westerlingen helemaal uit hun evenwicht brengt.

> Het hangt helemaal af van de geest waarin je het benadert. Yoga wordt gevaarlijk als je het ter wille van je persoonlijke doeleinden gebruikt; het is niet gevaarlijk, integendeel.

> Als je de weg van de overgave helemaal oprecht wilt gaan, zijn er geen ernstige gevaren of moeilijkheden meer. Het komt er helemaal op aan dat je oprecht bent.

> Je kunt het Goddelijke niet bedriegen!

> Het is noodlottig wanneer je op de weg probeert door te gaan voor wat je niet bent. Je kunt God niet bedriegen.

> Overgave garandeert geen gelijkmatige, glad verlopende en ononderbroken vooruitgang. En dat komt omdat je wezen nog niet verenigd is en je overgave nog niet absoluut en volledig. Er geeft zich alleen maar een deel van je over en vandaag is het dit, morgen weer een ander, enzovoort. De yoga-discipline bestaat er uit al deze uiteenlopende delen van het wezen bij elkaar te brengen en ze tot een ongedeelde eenheid samen te smelten. Zolang dit niet is gebeurd, kun je niet hopen dat je geen moeilijkheden meer zult hebben en vrij zult zijn, moeilijkheden bijvoorbeeld als twijfel, neerslachtigheid of aarzelingen. De hele wereld is vol van dit vergif; je absorbeert het met iedere ademhaling.

Hoe kunnen we eenheid en homogeniteit in ons wezen brengen?

> Laat je wil standvastig blijven en behandel alle weerspannige delen van je wezen als ongehoorzame kinderen. Je moet ze voortdurend en geduldig beïnvloeden en overtuigen van hun fout.

> Zodra je je tot het Goddelijke hebt gewend en hebt gezegd, ‘Ik wil van jou zijn’, en het Goddelijke je heeft geaccepteerd, kan niets ter wereld je vereniging verhinderen.

> Eén van de meest algemene vormen van eerzucht is het idee de mensheid te dienen. Iedere gehechtheid aan dit denkbeeld of aan dit werk is een teken van persoonlijke eerzucht.

> Als je bereid bent de bevelen van het Goddelijke op te volgen, moet je rustig elk werk dat je wordt gegeven, kunnen aanvaarden, zelfs al is het een enorm groot werk, en er de volgende dag even rustig afstand van kunnen doen zonder te geloven dat jij verantwoordelijk bent. Je moet geen enkele gehechtheid hebben aan welk ding ook, noch aan enige manier van leven. Je moet volkomen vrij zijn.

> Gelijkmoedigheid is de wezenlijke voorwaarde tot vereniging en verbinding met het Goddelijke.

Geeft het Goddelijke soms niet wat we verlangen?

> Je moet een sterk lichaam en sterke zenuwen hebben. Je uiterlijke wezen moet een sterke basis van gelijkmoedigheid hebben. Als je deze basis hebt, kun je een wereld aan emoties bevatten zonder dat er je een kreet ontsnapt. Dit betekent niet dat je je emoties niet moet uitdrukken, maar je kunt dit op een mooie en harmonische manier doen. Huilen, schreeuwen of dansen van emotie is altijd een teken van zwakte in de vitale, mentale of fysieke natuur; want op al deze niveaus gebeurt zoiets voor persoonlijke bevrediging.

> Er zijn mensen die vragen: ‘Waarom is het Goddelijke nog niet verschenen?’ Omdat jullie er niet aan toe zijn.

Het komt voor dat sommige mensen iedere materiële steun en alle dingen waarvan ze houden, verliezen zodra zij zich tot het Goddelijke wenden. En als ze van iemand houden, wordt dat hun ook afgenomen?

> Dat overkomt niet iedereen, maar alleen degenen die geroepen zijn.

Het is een wijd verbreid idee dat visioenen een teken van grote spiritualiteit zijn. Is dat waar?

> Niet noodzakelijkerwijze. Bovendien is visioenen hebben één ding en begrijpen en interpreteren wat je ziet, iets anders en veel moeilijker.

> Er zijn mentale visioenen, vitale visioenen en je kunt bepaalde visioenen hebben op een niveau dat heel dicht bij het meest materiële ligt.

> Dromen zijn iets heel anders. Ze zijn moeilijker te interpreteren, want iedereen heeft zijn eigen wereld van beelden en vormen, die door zijn dromen worden gebruikt.

> Het mentale en het vitale (vooral het vitale) zijn ’s nachts heel actief. Overdag worden ze onder controle gehouden; het fysieke bewustzijn beteugelt automatisch het vrije spel van hun expressie. In de slaap wordt deze rem weggenomen en verschijnen ze met alle spontaniteit van hun natuurlijke bewegingen.

Hoe komt het dat we in onze dromen mensen ontmoeten en kennen, die we later in het gewone leven ontmoeten en leren kennen?

> Mensen worden tot elkaar aangetrokken door een bepaalde affiniteit, een affiniteit in de mentale of vitale werelden. Dikwijls ontmoeten ze elkaar op deze niveaus voordat ze elkaar op aarde ontmoeten.

Zijn er geen bedrieglijke visioenen?

> Alleen zij die boven godsdiensten, geloof, mythen en tradities kunnen uitstijgen, zijn in staat te zeggen wat het werkelijk is, maar dat zijn er maar heel weinig. Je moet vrij zijn van iedere mentale constructie, ontdaan van alles wat enkel plaatselijk of tijdelijk is, voordat je kunt weten wat je ziet.

Wat voor visioenen had Jeanne d'Arc?

> Jeanne d'Arc stond klaarblijkelijk in verbinding met wezens die behoren tot wat we de wereld van de goden noemen (of, zoals de katholieken zeggen, de wereld van de heiligen, hoewel dat niet precies hetzelfde is). Ze noemde de wezens die ze zag aartsengelen. Deze wezens behoren tot een wereld die tussen het hogere mentale en het supramentale ligt. Dat is de wereld van de scheppers, de vormgevers.

note: dit doet dan weer vermoeden dat het supramentale eerder boven (of onder) wereld 43 ligt (van Laurency). Dus niet wereld 46, 45, 44 of 43 maar lager (hoger).

> Als één en hetzelfde wezen zou verschijnen aan een groep die bestond uit christenen, hindoes, boeddhisten en shintoïsten, zou ieder het een andere naam geven; iedereen zou de verschijning totaal verschillend beschrijven en toch zouden ze het allemaal over één en dezelfde manifestatie hebben.

Welke plaats heeft discipline bij overgave? Als je je overgeeft, kun je dat dan niet zonder discipline doen? Is het niet zo dat discipline soms een hindernis vormt?

> Dat is mogelijk. Maar je moet onderscheid kunnen maken tussen een methode om je te ontwikkelen of een discipline, en gewild handelen. Als je de weg van de overgave volgt, moet je een eind maken aan persoonlijke inspanning; maar dat betekent niet dat je dan ook je wil in het handelen moet opgeven.

Maar hoe kun je dat doen voordat de vereniging een voldongen feit is?

> Als je daarentegen je wil aan het Goddelijke geeft, zul je een besluit nemen en zeggen: ‘Ik zal me bewust worden van mijn nachten.’ Je wilt dat het zo zal zijn; je blijft niet lui afwachten, zonder iets te doen.

> Je moet regelmatig je wil blijven uitoefenen, niet in het kiezen van een bepaalde handeling en ook niet in het vragen om een bepaald ding, maar als een vurige aspiratie die is geconcentreerd op het doel dat je moet bereiken. Dat is de eerste stap.

> Je moet alleen nooit vergeten dat overgave aanvaarding van het resultaat van je handelen vereist, wat dat ook moge zijn, zelfs al is het totaal anders dan wat je had verwacht. Als je overgave daarentegen passief is, zul je niets willen en niets proberen; je zult eenvoudig gaan slapen en op een wonder wachten.

> Om te weten of je wil en verlangen al dan niet overeenstemmen met de Goddelijke Wil, moet je observeren en zien of je een antwoord krijgt of niet, of je je gesteund voelt of tegengesproken, niet door het mentale, het vitale of het lichaam, maar door datgene dat altijd in je innerlijke wezen, diep in je hart aanwezig is

Er wordt gezegd dat je het Goddelijke alles moet offeren, tot het geringste wat je hebt of doet, als je in de yoga vooruit wilt gaan. Wat betekent dat precies?

> Je kunt niet zeggen: “Wanneer ik mediteer, filosofie lees of naar deze gesprekken luister, blijf ik in een toestand van aspiratie naar het Licht en ontvankelijkheid voor het Licht, maar wanneer ik ga wandelen of vrienden bezoek, kan ik het me veroorloven dit alles te vergeten’.

> Een innerlijke verlichting die geen rekening houdt met het lichaam noch met het uiterlijke leven, heeft niet veel zin.

Waarom vergeten we het Goddelijke of verliezen we soms het contact wanneer we geconcentreerd zijn in mentale bewegingen of intellectueel werk?

> Je verliest het contact omdat je bewustzijn nog verdeeld is. Het Goddelijke heeft zich nog niet in je mentale gevestigd.

Kun je als rechtvaardiging van iemand's verleden zeggen dat alles wat in zijn leven is gebeurd, moest gebeuren?

> Het is duidelijk dat wat gebeurd is, gebeuren moest; het had niet kunnen gebeuren als het niet zo had moeten zijn. Zelfs de fouten die we hebben begaan en de tegenslagen die we kregen, moesten er zijn; er was een bepaalde noodzaak voor, ze waren op de één of andere manier nuttig voor ons leven.

Wordt het tijdstip waarop de dingen gebeuren ook beslist in het Goddelijke Plan?

> Er is een goddelijk bewustzijnsgebied waar alles absoluut wordt gekend en het plan van de dingen in zijn geheel wordt voorzien en vooraf bepaald. Deze manier van zien behoort tot de hoogste toppen van het Supramentale; het is de visie van de Allerhoogste zelf.

> In een lager bewustzijnsgebied is er niets van tevoren vastgelegd of verwerkelijkt, alles is in een wordingsproces. Hier zijn geen van te voren vastgelegde feiten, er is alleen maar het spel van mogelijkheden, en uit het botsen van deze mogelijkheden ontspringt datgene wat moet gebeuren. In dat domein kunnen we kiezen en uitzoeken; we kunnen de ene mogelijkheid weigeren en een andere aanvaarden; we kunnen een bepaalde weg volgen en ons afwenden van een andere. En we kunnen dat doen, zelfs hoewel wat werkelijk gebeurt in een hoger gebied was voorzien en vooraf bepaald.

Is er dan helemaal geen werkelijke vrijheid? Is alles absoluut bepaald, zelfs onze vrijheid? Is fatalisme dan het hoogste geheim?

> Bewustzijn is niet een eenvoudige, gelijkvormige werkelijkheid, het is complex; het is niet zo iets als een plat vlak, het heeft heel veel dimensies. Bovenaan de ladder bevindt zich het Allerhoogste en helemaal onderaan de materie en tussen het hoogste en het laagste bevindt zich een eindeloze gradatie van bewustzijnsniveaus.

> In het domein van de materie en op het gewone bewustzijnsniveau ben je aan handen en voeten gebonden. Je bent de slaaf van het mechanisme van de Natuur, gebonden door de keten van het Karma, en in die keten is alles wat gebeurt nauwkeurig het gevolg van wat eerder werd gedaan.

> In plaats van onderaan te blijven en door het mechanisme te worden verpletterd of te worden bewogen als een marionet, kun je opklimmen en de dingen van boven af bekijken; en door je bewustzijn te veranderen, kun je zelfs één of andere hefboom bemachtigen waardoor je op ogenschijnlijk onontkoombare omstandigheden kunt inwerken en vastgelegde condities kunt veranderen.

> Dat is juist het doel van de yoga: je los maken uit de kringloop van het Karma om deel te worden van de goddelijke beweging. Door yoga kom je uit de mechanische ronde van de Natuur, waarin je een onwetende slaaf, een ongelukkig en hulpeloos instrument bent en klim je op naar een ander niveau waar je een bewuste medewerker en een dynamisch werktuig wordt in het uitwerken van een hogere Bestemming.

> De wereld bestaat uit een ontelbaar aantal bewustzijnsniveaus en elk heeft zijn eigen, kenmerkende wetten; de wetten uit één niveau gelden niet voor een ander.

> Ze noemen het resultaat een wonder omdat we een plotselinge verandering zien, een abrupte ommekeer van de natuurlijke wetten uit ons gewone domein, zonder er enige orde of reden in te ontdekken, want de oorzaak van het wonder bevindt zich op een ander niveau.

Heeft de schepping een bepaald doel? Ontwikkelt zij zich in de richting van een eindpunt?

> Nee, het universum is een beweging die zich eindeloos ontrolt. Er is niets dat je als het einde en het enige doel kunt beschouwen. Maar ter wille van het handelen moeten we de beweging, die op zichzelf zonder einde is, in stukjes verdelen en zeggen dat het één of ander het doel is.

> We zeggen dat iets ons doel is, maar we weten dat het alleen maar het begin is van een ander doel dat verder gaat en op zijn beurt naar een ander voert, en zo voort; de reeks zet zich steeds verder voort en houdt nooit op.

Wat is precies de functie van het intellect? Helpt het of hindert het de sadhana?

note: sadhana = spirituele discipline.

> Het intellect dat teveel in zijn eigen belangrijkheid gelooft en zijn eigen bevrediging zoekt, is een hindernis voor de hogere verwerkelijking. Dit geldt trouwens niet alleen voor het intellect, maar ook in het algemeen en voor andere vermogens.

> Elk deel van het wezen dat op zijn plaats blijft en de rol speelt die het is toebedeeld, is een hulp; maar zodra het zijn terrein verlaat, wordt het vervormd en bedorven en daardoor verkeerd. De beweging van een vermogen is waar wanneer dit vermogen voor de doeleinden van het Goddelijke in het werk wordt gesteld; de beweging is verkeerd wanneer het vermogen voor zijn eigen bevrediging werkt.

Hoe moet je vijandige krachten, die onzichtbaar en toch zo levend en tastbaar zijn, het hoofd bieden?

> Gelijkmoedigheid is de stevige basis van alle spirituele vermogen. Je moet je evenwicht door niets laten verstoren; want als je je evenwicht bewaart, kun je alle aanvallen weerstaan. Als je bovendien genoeg onderscheidingsvermogen hebt om de kwade suggesties te bemerken en te ontmaskeren wanneer ze op je af komen, zal het veel gemakkelijker voor je worden ze te verwerpen; maar soms komen ze zonder dat je het bemerkt en dan is het moeilijker om ze te bestrijden. Wanneer dat gebeurt, moet je rustig blijven en vrede en een diepe innerlijke kalmte laten neerdalen. Houd jezelf stevig in de hand en doe vol vertrouwen en geloof een beroep op het Goddelijke; als je aspiratie zuiver en bestendig is, kun je er zeker van zijn de hulp te ontvangen die je nodig hebt.

> Aanvallen van vijandige krachten zijn onvermijdelijk; je moet ze beschouwen als beproevingen op de weg en de storm moedig doorstaan. De strijd kan moeilijk zijn, maar wanneer je eruit tevoorschijn komt, heb je iets gewonnen, ben je een stap verder gekomen. Het is zelfs noodzakelijk dat de vijandige krachten bestaan; zij maken je besluit sterker, je aspiratie duidelijker. Het is ook waar dat ze bestaan omdat je ze zelf redenen van bestaan geeft. Zolang er iets in je is dat hen gehoor geeft, is hun tussenkomst volkomen gerechtvaardigd.

Komen de vijandige krachten over het algemeen van buiten of van binnen?

> Als je denkt of voelt dat ze van binnen komen, bewijst dit dat je open bent voor ze en dat zij zich ongemerkt in je gevestigd hebben.

> In elk geval is de verstandigste houding bij een vijandelijke aanval, te denken dat zij van buiten komt en te zeggen: ‘Dat ben ik niet en ik wil er niets mee te maken hebben'. Op dezelfde manier moet je alle lagere opwellingen en begeerten, alle twijfels en alle mentale onzekerheden behandelen. Als je je ermee vereenzelvigt, wordt het veel moeilijker ze te bestrijden.

> De toestand waarin de materie op aarde verkeert, heeft de dood onvermijdelijk gemaakt. De hele betekenis van de evolutie der materie is een groeien geweest vanuit een eerste toestand van onbewustzijn naar een steeds toenemend bewustzijn. En door de manier waarop zich dit groeiproces voltrok, werd het ontbinden van de vormen een onverbiddelijke noodzaak.

> De materie moest in vormen worden vastgelegd, anders zou het individualiseringsproces en het concreet belichamen van de levens- en bewustzijnskrachten onmogelijk zijn geweest.

> Maar een definitieve en concrete vorm heeft onmiddellijk de neiging star en hard te worden en te verstenen. Juist de duurzaamheid van de individuele vorm maakt haar tot een gevangenis; ze kan de bewegingen van de krachten niet volgen; ze kan niet onophoudelijk voldoen aan de eisen van de Natuur, noch gelijke tred met haar houden; zo kan zij niet met de stroom meekomen. Op een bepaald punt van deze groeiende ongelijkheid, van deze disharmonie tussen de vorm en de kracht die er druk op uitoefent, is een volledige ontbinding van de vorm onvermijdelijk. Er moet een nieuwe vorm worden geschapen, een nieuwe harmonie, een nieuwe gelijkheid mogelijk gemaakt. Dat is de ware betekenis van de dood en zo wordt de dood door de Natuur gebruikt.

Er zijn menselijke wezens die net vampiers lijken. Wat zijn ze precies en waarom zijn ze zo?

> Zij zijn incarnaties van wezens uit een wereld, die aan de fysieke wereld grenst, wezens die leven op een niveau dat wij de vitale wereld noemen. Het is de wereld van alle begeerten, alle impulsen, alle hartstochten, de wereld van de gewelddadigheid, gulzigheid, sluwheid en iedere soort onwetendheid; maar alle dynamische krachten zijn er ook, alle levensenergieën en veel vermogens.

> De begeerten en lusten van de mensen blijven daar rondzweven en behouden hun vorm, zelfs na de ontbinding van het lichaam; dikwijls proberen zij zich nog te manifesteren en te bevredigen en dat heeft het ontstaan van deze wezens uit de vitale wereld tot gevolg.

> Er zijn anderen die veel gevaarlijker zijn, die nooit tot een menselijke vorm hebben behoord; ze worden nooit in een menselijk lichaam op aarde geboren; ze weigeren dat meestal omdat deze manier van geboren worden hen tot slaaf van de materie maakt en ze willen liever in hun eigen wereld blijven, waar ze machtig en schadelijk zijn en van waaruit ze hun greep op de aardse wezens behouden.

> Hun methode is eerst te proberen invloed op een mens uit te oefenen. Vervolgens dringen zij langzaam zijn atmosfeer binnen en tenslotte kunnen ze hem helemaal in bezit nemen en zijn werkelijke menselijke ziel en persoonlijkheid volledig uitdrijven. Wanneer deze wezens op die manier in het bezit van een aards lichaam zijn gekomen, kunnen ze mensen lijken, maar ze hebben bepaald geen menselijke natuur. Zij hebben de gewoonte uit de levenskracht van menselijke wezens te putten; ze vallen het vitale vermogen aan, maken het buit waar ze maar kunnen, om zich ermee te voeden. Als ze je atmosfeer binnendringen, voel je je plotseling terneergeslagen en uitgeput; als je een tijd bij hen in de buurt blijft, word je ziek, als je met één van hen leeft, kan het je dood zijn.

Maar hoe krijg je zulke wezens uit je omgeving wanneer ze er eenmaal zijn?

> Als je niet met hen in hetzelfde huis woont of niet in hun gezelschap bent, loop je nauwelijks gevaar onder hun invloed te raken.

> De verstandigste methode met dit soort wezens is om iedere relatie met hen te verbreken en niets met hen te maken te hebben, tenzij je werkelijk een grote occulte kennis en een groot occult vermogen hebt.

> Wanneer deze wezens zich in een menselijk lichaam bevinden, zijn zij zich dikwijls niet bewust wat zij werkelijk zijn. Soms hebben ze de vage gewaarwording dat zij niet helemaal gewoon menselijk zijn. Toch zijn er gevallen waarin zij zich wel bewust zijn en heel bewust ook; zij weten niet alleen dat zij niet tot de mensheid behoren, maar zij weten ook wat zij wel zijn, handelen dienovereenkomstig en proberen hun doel met voorbedachte rade te bereiken. De wezens uit de vitale wereld zijn naar hun aard machtig; als zij daarbij ook nog kennis hebben, zijn ze dubbel gevaarlijk.

Worden deze wezens niet op een vreemde manier gefascineerd door het spirituele leven?

> Ja, omdat ze voelen dat ze niet tot deze aarde behoren, maar ergens anders vandaan komen; ze voelen ook dat ze vermogens bezitten die half verloren zijn gegaan en ze zijn erop gebrand die te heroveren. Daarom komen ze altijd af op mensen die hen kennis over de onzichtbare wereld kunnen bijbrengen. Maar ze houden de vitale wereld voor de spirituele en hun zoeken is op vitale doeleinden gericht en niet op spirituele.

> Zij worden ook gedwongen door een soort aantrekkingskracht; zij zijn in opstand gekomen tegen de goddelijke heerschappij, maar ondanks hun verzet, of misschien juist daardoor, voelen zij zich op een bepaalde manier gebonden en worden zij geweldig sterk tot de Goddelijke tegenwoordigheid aangetrokken.

> Zij voorvoelen dat de tijd is gekomen of heel gauw zal aanbreken, waarin zij zullen moeten kiezen tussen bekering of ontbinding, tussen zich onderwerpen aan de goddelijke wil en hun plaats innemen in het Grote Plan of te verzinken in het onbewustzijn en niet langer te bestaan.

Hebben deze wezens niet een grote macht over geld?

> Inderdaad is de macht over het geld nu onder invloed of in handen van krachten en wezens uit de vitale wereld.

> De vijandige krachten hebben een machtig, volledig en zorgvuldig georganiseerd beslag op de macht van het geld gelegd en het is één van de moeilijkste opgaven om ook maar iets uit deze compacte organisatie los te maken.

> Het is niet zo dat de rijke mensen die min of meer de speelbal en het instrument in de handen van de vitale krachten zijn, een tegenzin zouden hebben in geld uitgeven; zij zijn alleen gierig zolang de vitale impulsen en begeerten niet in hen zijn ontwaakt.

> Over het algemeen houden de begeerten waaraan de mensen gehoorzamen, verband met de seksuele impuls, maar zij zwichten ook heel vaak voor de begeerte naar roem en aanzien, de begeerte goede sier te maken of voor alle andere begeerten op hetzelfde niveau.

Kun je de wezens uit het vitale niveau in hun eigen domein ontmoeten?

> Vitale wezens bewegen zich in een suprafysieke wereld waar de mensen, als zij daar toevallig in terecht komen, zich verloren, machteloos en weerloos voelen. Het menselijk wezen voelt zich thuis en veilig in zijn materiële lichaam; het lichaam is zijn bescherming. Er zijn mensen die een grote minachting voor hun lichaam hebben en denken dat alles veel beter en gemakkelijker zal worden na de dood, zonder lichaam. Maar feitelijk is het lichaam hun schuilplaats, hun vesting; zolang ze daarin verblijven, kunnen de krachten uit de vitale wereld moeilijk een directe greep op hen hebben.

> Weet je wat nachtmerries zijn? Dat zijn je uitstapjes in de vitale wereld. En wat probeer je het allereerst wanneer je aan een nachtmerrie ten prooi bent? Je holt terug naar je lichaam en schudt jezelf door elkaar tot je je gewone fysieke bewustzijn hebt herkregen.

> Je moet hier op aarde, in het lichaam zelf een volledige kennis krijgen en leren hoe je volledig gebruik kunt maken van je vermogen. Alleen wanneer je deze kennis en dit vermogen hebt, kun je je vrij en helemaal veilig in alle werelden bewegen.

> Je moet absoluut vrij zijn van alles wat de wezens der duisternis kan aantrekken en hen toestaat je te beheersen. Als je niet vrij bent, pas dan op!

Hoe kan het fysieke lichaam ons beschermen?

> Het lichaam werkt als bescherming door zijn logheid, precies door datgene wat wij het verwijten. Het is traag en ongevoelig, dik, star en hard; het lijkt een vesting met sterke, compacte muren. De vitale wereld is daarentegen vloeiend, alle dingen bewegen daar, vermengen zich met elkaar en doordringen elkaar onbelemmerd, zoals de golven van de zee die onophoudelijk in elkaar vloeien, veranderen en zich vermengen.

Wat voor soort macht heeft het denken? Hoe en in hoeverre schep ik mijn eigen wereld?

> Ieder beweegt zich in zijn eigen mentale wereld, die is opgebouwd uit de gedachten die hij tot de zijne heeft gemaakt. En dat is zo waar dat altijd wanneer er iets wordt gezegd, iedereen het op een andere manier begrijpt, volgens zijn eigen mentale formatie; feitelijk is het zo dat iedereen alleen begrijpt wat hij al in zijn hoofd heeft en niet wat er werd gezegd. Toch geldt deze waarheid alleen voor de bewegingen uit het mentale niveau.

> Want het mentale is een instrument tot handelen en formeren, geen instrument tot kennis; het schept elk ogenblik vormen. Gedachten zijn vormen en hebben een individueel leven, onafhankelijk van degene die ze heeft gemaakt; zij worden door hem de wereld in gestuurd waar zij zich ontwikkelen om hun reden van bestaan te verwerkelijken.

note: het feit dat het mentale geen instrument tot kennis is, wordt ook beweerd door Laurency

> Maar er gaat een bepaalde tijd voorbij tussen het formeren van de gedachte en haar verwerkelijking.

> En dan verbazen de mensen zich erover dat ze in zo’n grote verwarring en disharmonie leven! Zij begrijpen niet dat hun eigen gedachten, die voortkomen uit hun begeerten, de omstandigheden om hen heen hebben geschapen die hen onsamenhangend en tegenstrijdig lijken en die hun leven bijna ondraaglijk maken.

note: dit wordt keer op keer herhald in het padwerk

> Over het algemeen vormen de mensen gedachten zonder dat zij weten hoe deze formaties zich bewegen en werken. Omdat ze in een toestand van verwarring en onwetendheid worden gevormd, komen ze met elkaar in conflict, doen een gevoel van spanning en inspanning en vermoeidheid ontstaan en geven de indruk dat je je een weg moet banen door een massa hindernissen. Deze toestand van onwetendheid en gebrek aan samenhang veroorzaakt een soort strijdgewoel waarin de sterkste en duurzaamste formaties de overwinning op de andere behalen.

> Eén ding is zeker wat het mentale en zijn manier van werken betreft, en dat is dat je alleen kunt begrijpen wat je innerlijke wezen al weet. Je wordt in een boek getroffen door wat je diep in jezelf al hebt ondervonden.

> Wanneer de mensen een boek met werkelijke kennis in handen krijgen, ontdekt iedereen zichzelf in het boek en telkens wanneer hij het leest, ontdekt hij nieuwe dingen die hij eerst niet had gezien; iedere keer opent zich een nieuw kennisgebied voor hem dat hem tot nu toe was ontgaan. Dat komt omdat er iedere keer nieuwe kennis-niveaus worden aangeraakt, die er in zijn onderbewuste op wachtten zich te kunnen uitdrukken; nu is die uitdrukking door iemand anders gegeven en veel beter dan hij zelf had kunnen doen. Maar zodra hij de uitdrukking tegenkomt, herkent hij haar en voelt hij dat het de Waarheid is. De kennis die je van buitenaf lijkt te krijgen, ís alleen maar een gelegenheid om de kennis die in je was naar boven te brengen.

Waarom krijg je met zoveel ongunstige omstandigheden te kampen zodra je met de yoga in aanraking komt?

> Ongunstige omstandigheden komen voor veel mensen om de zwakke punten van hun natuur op de proef te stellen. Gelijkmoedigheid is de onontbeerlijke basis van de yoga; ze moet heel stevig gevestigd zijn voordat je vrij op de weg vooruit kunt gaan. Vanuit dit standpunt zijn alle vervelende dingen vanzelfsprekend proeven die je moet ondergaan. Maar zij zijn ook nodig om de begrenzingen te doorbreken die je mentale constructies om je heen hebben opgetrokken en die je verhinderen je voor het Licht en de Waarheid open te stellen.

> Gehechtheid aan een mentale regel is de aanwijzing dat zich nog ergens een blindheid verbergt.

> Zodra je je ervan hebt ontdaan, ontdek je iets dat veel hoger en groter is dan je bekrompen ascetische regel, je vindt een totale opening die het wezen volledig vrij laat.

  • Als je iets moet hebben, aanvaard je het;

  • als hetzelfde ding van je weggaat, laat je het met dezelfde bereidheid gaan.

De dingen komen en je neemt ze, de dingen gaan en je weerhoudt ze niet, en je blijft altijd dezelfde glimlachende sereniteit behouden, of je ze nu neemt of laat gaan.

> Totdat je hebt begrepen dat je ideaal niets meer dan een mentaal principe is en dat een zoeker naar de spirituele waarheid aan geen enkele mentale regel gebonden en gehecht moet zijn; en zodra je je ervan hebt bevrijd, zul je waarschijnlijk merken dat al deze scènes die je in verwarring brachten, als bij toverslag zullen ophouden.

> Wanneer je je tot het Goddelijke wendt, moet je schoon schip maken met alle mentale opvattingen.

> De enige ware houding voor een yogi is soepel te zijn en klaar om het Goddelijke bevel uit te voeren, wat dat ook moge zijn; niets moet hem onontbeerlijk zijn, niets een last.

> Als het Goddelijke wil dat je ergens van geniet, wat het ook moge zijn, geniet er dan van; maar wees ook bereid er het volgende ogenblik even gewillig afstand van te doen als dat de Goddelijke Wil is.

Wat zijn fysieke ziekten? Zijn het aanvallen van buitenaf door vijandige krachten?

> Hierbij moet je twee factoren in overweging nemen. Wat van buiten komt en ook wat voortkomt uit de innerlijke gesteldheid. De innerlijke toestand wordt een oorzaak voor ziekte wanneer er een weerstand of een verzet is of wanneer een deel van het wezen niet op de bescherming reageert. Soms is er zelfs iets dat de vijandige krachten bijna vrijwillig binnenroept. Een heel kleine beweging van dien aard is al genoeg; ogenblikkelijk storten de vijandige krachten zich op je en hun aanval uit zich meestal als een ziekte.

Maar zijn ziekten in bepaalde gevallen niet alleen maar een gevolg van microben, zonder dat het iets te maken heeft met de bewegingen van de yoga?

> Waar begint en waar eindigt de yoga? Is niet je hele leven yoga? De mogelijkheid tot allerlei ziekten is altijd in je lichaam en om je heen aanwezig; alle microben en alle ziektekiemen krioelen om je heen en je draagt ze in je. Hoe komt het dan dat je plotseling een ziekte oploopt, terwijl ze je jarenlang niet heeft kunnen treffen? Je zult zeggen dat het is te wijten aan een ‘inzinking’ van de vitale kracht. Maar waar komt die inzinking vandaan? Die is het gevolg van een disharmonie in het wezen, van een gebrek aan ontvankelijkheid voor de Goddelijke krachten. Wanneer je de verbinding met de energie en de kracht die je ondersteunen, verbreekt, krijg je een inzinking en ontstaat er wat de medische wetenschap een ‘gunstig terrein’ noemt; en de onzichtbare vijanden doen er hun voordeel mee. Twijfel, een slecht humeur, gebrek aan vertrouwen, een egoïstisch terugvallen op jezelf snijden de verbinding met het goddelijke Licht en de goddelijke Energie af en geven kans tot de aanval. Aan dit soort bewegingen is de oorzaak van ziekten te wijten en niet aan microben.

Maar is het niet bewezen dat een betere hygiëne de volksgezondheid verbetert?

> Medicijnen en hygiëne zijn in het gewone leven onontbeerlijk, maar ik praat nu niet over de gewone man, ik praat over degenen die een yoga doen. Toch heeft hygiëne zelfs voor iedereen een nadeel; want hoewel je de kansen tot ziek worden vermindert, verminder je ook je natuurlijke weerstandsvermogen.

> Daarentegen zijn er mensen die niets van hygiëne af weten en de meest onhygiënische dingen doen en toch immuun blijven. Juist hun onwetendheid helpt hen, zij beschermt hen tegen de suggesties van de medische kennis. Aan de andere kant is het ook waar dat je geloof in de voorzorgsmaatregelen die je ter wille van je gezondheid neemt, hun uitwerking vergroot, want je denkt: “Nu ben ik gedesinfecteerd en veilig” en dat maakt je, binnen de actieradius van je denken, immuun.

Maar waarom moeten we dan voorzorgsmaatregelen nemen zoals het drinken van gefiltreerd water?

> Is er iemand onder jullie die zuiver en sterk genoeg is om niet door een suggestie te worden beïnvloed? Als je ongefiltreerd water drinkt en denkt: ‘Nu ben ik onzuiver water aan het drinken’, loop je alle kans om ziek te worden. En zelfs als je de suggesties niet laat doordringen tot je bewuste denken, is er nog je hele onderbewuste dat passief voor dezelfde suggesties open staat. In het gewone leven is de werking van het onderbewuste het belangrijkst, het werkt honderd maal sterker dan de bewuste delen van ons wezen.

> De gewone conditie van de mens is een toestand vol bezorgdheid en angst. Als je tien minuten zorgvuldig je mentaal-fysieke bewustzijn observeert, zul je ontdekken dat het negen minuten vol angsten zit. Het draagt de angst voor veel dingen in zich, voor grote en kleine, nabije en verre, zichtbare en onzichtbare; en hoewel je die angst over het algemeen niet bewust bemerkt, is ze er wel degelijk. Er is een voortdurende inspanning en discipline nodig om je van alle angst te bevrijden.

> Zelfs als je door discipline en inspanning je mentale en vitale van alle angst en bezorgdheid hebt bevrijd, blijft het moeilijk het lichaam te overtuigen. Maar ook dat moet worden gedaan. Wanneer je de weg van de yoga gaat, moet je je van alle angsten ontdoen; angsten van het mentale, angsten van het vitale, angsten van het lichaam, die in de cellen zelf huizen. Eén van de dingen waarvoor de schokken en slagen die je op de yogaweg krijgt, worden gebruikt, is je te bevrijden van alle angst. De oorzaken van je angst werpen zich keer op keer op je totdat je tegen ze bent opgewassen en er vrij, onverschillig, onbewogen en zuiver tegenover kunt staan.

> Wat je verafschuwt, komt hardnekkig terug tot je afschuw is genezen. Als je de transformatie verlangt en de weg gaat, moet je door en door onverschrokken worden; je moet je door niets meer laten schokken of verontrusten, zelfs niet in het geringste deel van je wezen.

ls onze wil alleen maar de uitdrukking of echo van de universele wil is, welke plaats blijft er dan over voor het persoonlijk initiatief? Is de enkeling alleen een instrument om de universele bewegingen te registreren? Heeft hij geen enkel creatief vermogen?

> In de ontwikkeling van het universum is alles wat er gebeurt het gevolg van alles wat eraan vooraf ging. Hoe denk je dat één wezen kan worden gescheiden van het integrale spel van de manifestatie, of één beweging van de hele massa bewegingen? Waar zou je de oorsprong of het begin van iets plaatsen? Het hele spel is één sterke keten, iedere schakel is onmerkbaar aan de andere geklonken.

> Er zijn veel bewustzijnsniveaus en het determinisme van één niveau is niet hetzelfde als dat van een ander.

> Het mentale snijdt de wereld in mootjes; het zegt: “dit houdt hier op en dat begint daar” en door deze verbrokkeling slaagt het erin de universele beweging te vervormen. Er is één grote stroom van één Enkel alles omvattend, alles bevattend Bewustzijn dat zich manifesteert in een zich voortdurend ontwikkelend universum. Dat is de waarheid achter alle dingen.

> Iedereen ziet zichzelf als een afgescheiden persoonlijkheid met volledig eigen bestaansrecht. Deze fout, dit gevoel van scheiding, werd toegelaten als deel van het universele spel omdat het nodig was dat het Enige Bewustzijn zich objectiveerde en zijn vormen vastlegde. Maar omdat dit in het verleden werd toegelaten, wil dit niet zeggen dat de illusie van scheiding altijd moet voortduren.

> In het universele spel zijn de meesten onwetende instrumenten, net als acteurs die niets weten, die als marionetten worden bewogen. Anderen zijn bewust en die spelen hun rol, wetend dat het een spel is. En enkelen, die de universele beweging volledig kennen en zich ermee hebben vereenzelvigd, zoals zij zich ook met het Goddelijke Bewustzijn hebben vereenzelvigd, stemmen er toch in toe zich te bewegen alsof ze iets aparts zouden zijn, fragmenten van het geheel. Er zijn veel stadia tussen de onwetendheid en deze volledige kennis, veel manieren om aan het spel mee te doen.

  • Er is een toestand van onwetendheid waarin je, wanneer je iets doet, gelooft dat jij dat hebt beslist.

  • Er is een toestand waarin je wat minder onwetend bent en waarin je iets doet, wetend dat je ertoe gedrongen wordt, hoewel je niet weet hoe en waarom.

  • Er is ook een bewustzijnstoestand waarin je volledig bent ontwaakt, want je weet wàt er door je heen werkt, je weet dat je een instrument bent, je weet waarom en hoe je handelt, je kent het proces en de beweegreden ervan.

De toestand van onwetendheid waarin je gelooft dat jij het bent die handelt, duurt zo lang als voor je ontwikkeling nodig is. Maar zodra je klaar bent voor een hogere bewustzijnstoestand, ga je bemerken dat je een instrument van het Ene Bewustzijn bent. Dan klim je een sport hoger en verhef je je naar een hoger bewustzijnsniveau.

Vallen de vijandige krachten ons evengoed op het mentale niveau aan als op het vitale?

> Het mentale is een beweging; maar er zijn veel vartaties van deze beweging, veel lagen die elkaar raken en zelfs elkaar doordringen.

> Tegelijkertijd dringt deze beweging die wij het mentale noemen, door tot andere niveaus. Er zijn in de mentale wereld zelf een heleboel niveaus. Al deze mentale gebieden en krachten zijn onderling van elkaar afhankelijk,maar toch is er een verschil in de kwaliteit van hun bewegingen, en om dat te kunnen uitdrukken, moeten we ze van elkaar scheiden. Daarom praten we over het hogere mentale, het tussenliggende mentale, het fysiek-mentale en zelfs over een mentaal niveau dat heel materieel is; en zo zou er nog veel meer onderscheid kunnen worden gemaakt.

> Bepaalde mentale gebieden bevinden zich heel hoog boven de vitale wereld en ontsnappen aan haar invloed; daar vind je geen vijandige krachten of wezens. Maar er zijn andere, veel andere die door de vitale krachten kunnen worden aangeraakt en doordrongen. Het mentale niveau dat tot de fysieke wereld behoort (dat wat we over het algemeen het fysiek-mentale noemen) is naar zijn samenstelling en beweging meer materieel dan het werkelijk mentale, en de vitale wereld en de vijandige krachten hebben er aanzienlijk vat op.

note: ook Laurency spreekt over dit onderscheid van een hoger mentaal bewustzijn dan niet (meer) beïnvloed wordt door het emotionele (=vitale) lichaam en een lager mentale dat heel erg onder deze invloed staat.

> Gewoonlijk heeft dit fysiek-mentale een soort verbond met het lagere vitale bewustzijn en zijn bewegingen; wanneer het lagere vitale blijk geeft van bepaalde begeerten en opwellingen, komt het meest materiële mentale het te hulp om die te rechtvaardigen en door allerlei uitleggingen, verontschuldigingen en drogredenen te ondersteunen. Dit gebied van het mentale is het meest open voor suggesties uit de vitale wereld; dat wordt het meest door de vijandige krachten overweldigd.

note: net dezelfde verklaring als wat Laurency beweert waar de vitale wereld echter de emotionele wereld wordt genoemd.

> Maar we hebben een hoger mentaal in ons dat zich beweegt in het gebied van de belangeloze gedachten en heldere beschouwingen en dat vormen voortbrengt; dat is geen medeplichtige van de vitale opwellingen. En nog hoger bevindt zich het mentale van de zuivere ideeën die nog geen vorm hebben gekregen; in dit niveau is geen spoor meer te vinden van de invloed van vitale bewegingen en vijandige krachten, omdat het zich daar ver boven bevindt.

note: Het mentale van de zuivere ideeën is vermoedelijk hetzelfde als het causale omhulsel bij Laurency

Wat zijn de omstandigheden in de psychische wereld? Hoe is de situatie ten opzichte van de vijandige krachten?

> Het psychische wezen is dat deel van ons wezen dat direct onder invloed van het Goddelijke Bewustzijn staat; de vijandige krachten kunnen er niet de minste invloed op hebben.

> Het is in ieder van jullie je innerlijke wezen, dat je moet vinden, wil je met het Goddelijke in jezelf in verbinding komen. Het bemiddelt tussen het Goddelijke Bewustzijn en het gewone bewustzijn,

> De meeste mensen zijn zich niet van het psychische wezen in hen bewust; yoga streeft ernaar je ervan bewust te maken, zodat het transformatieproces, in plaats van een langzame, eeuwen durende arbeid, in één enkel leven of zelfs in paar jaar kan worden samengeperst.

> Het psychische wezen blijft na de dood voortbestaan omdat het je onsterfelijke zelf is, dat het bewustzijn van leven tot leven verder draagt.

note: Ook het psychisch wezen is identiek aan het causale lichaam zoals het door Laurency is benoemd

> We hebben er al over gesproken dat het individuele mentale van de mensen verschillende, van elkaar gescheiden werelden zijn; ieder is in zichzelf opgesloten en heeft bijna geen directe contactpunten met de anderen. Maar dat is het gebied van het lagere mentale; daar ben je gevangen in je eigen mentale formaties; je kunt er net zo min uitkomen als je uit jezelf kunt komen;

> Maar in het hogere mentale, op de zuivere hoogten van het onuitgedrukte mentale, ben je vrij; wanneer je dit binnengaat, kom je uit jezelf en dring je het universeel mentale niveau binnen, waarin iedere individuele mentale wereld is ondergedompeld als in een onmetelijke zee. Daar kun je volledig begrijpen wat er in iemand anders omgaat en zijn gedachten lezen alsof het je eigen gedachten waren, omdat daar geen enkele scheiding of verdeling is tussen het ene mentale en het andere.

Zal er een tijd komen waarin de vijandige krachten niet meer zullen bestaan?

> Wanneer hun tegenwoordigheid in de wereld geen enkel nut meer zal hebben, zullen ze verdwijnen. Hun werkzaamheid wordt gebruikt om te testen zodat er niets wordt vergeten, niets in het werk van de transformatie terzijde wordt gelaten. Deze vijandige krachten zien geen enkele fout over het hoofd.

> Het wordt hun toegestaan hier op aarde te blijven bestaan omdat ze nodig zijn in het Grote Werk; zodra ze niet meer onontbeerlijk zijn, zullen ze moeten veranderen of verdwijnen.

Zal het lang duren voor het zover is?

> Als je één bent met het goddelijke bewustzijn, doet het er helemaal niet toe of wat verwerkelijkt moet worden naar menselijke schatting duizenden jaren of een enkel jaar vergt.

> Gejaagdheid, haast, ongerustheid leiden nergens toe. Dat is zeeschuim; veel leven om niets. De mensen hebben het gevoel dat ze niets doen als ze niet aldoor rondhollen, waarbij zij zich in een overmaat aan koortsachtige activiteit storten, groepen, verenigingen en bewegingen stichten. Geloven dat al die zogenaamde bewegingen iets veranderen, is een illusie. Het is net zoiets als water omroeren in een kopje; het water verplaatst zich, maar wordt helemaal niet veranderd door die beweging.

> Deze illusie dat je iets doet, is één van de grootste illusies van de menselijke natuur. Het schaadt de vooruitgang omdat het de mensen ertoe brengt zich voortdurend in de één of andere opgewonden beweging te storten. Als ze zich toch eens rekenschap konden geven van de illusie, van de nutteloosheid van dit alles, als ze eens konden zien dat het niets verandert! Op die manier kun je nooit iets tot stand brengen. De mensen die zo heen en weer hollen, zijn de speelbal van krachten die hen voor hun eigen vermaak naar hun pijpen laten dansen en dat zijn bepaald geen krachten van de beste kwaliteit.

> Ik heb eens gezegd dat je om tien minuten rustig te kunnen praten, tien dagen stil zou moeten blijven. Ik zou eraan kunnen toevoegen dat je je, om één dag nuttig te handelen, een jaar lang rustig zou moeten houden. Ik praat natuurlijk niet over de gewone handelingen van alledag want die zijn nodig om dat leven in stand te houden; ik praat over degenen die iets voor de wereld moeten doen of geloven dat zij dat moeten doen. En de stilte waarover ik praat, is die innerlijke rust die alleen zij bezitten die kunnen handelen zonder zich met hun handeling te vereenzelvigen,

Wat is de verhouding tussen menselijke liefde en goddelijke liefde? Is de menselijke liefde een hindernis voor de goddelijke liefde? Of is het menselijk vermogen tot liefhebben een aanwijzing tot het vermogen tot goddelijke liefde? Waren grote spirituele persoonlijkheden zoals Christus, Ramakrishna en Vivekananda niet opmerkelijk liefhebbend en liefdevol van aard?

> De liefde is één van de grote universele krachten; zij bestaat in zichzelf, onafhankelijk van de dingen waarin, waardoor en waarvoor zij zich manifesteert en zij is altijd vrij in haar beweging.

> Wat je liefde noemt, en waarvan je denkt dat het iets persoonlijks of individueels is, is alleen maar het vermogen om deze universele kracht te ontvangen en te manifesteren.

> Alle ontaarding van deze grote goddelijke macht wordt veroorzaakt door de duisternis, de onwetendheid en het egoïsme van haar beperkte instrumenten.

> De goddelijke liefde geeft zich en vraagt niets. Wat de mensen ervan hebben gemaakt, daar praten we maar liever niet over.

> Zelfs degenen die hem zoeken langs de weg van de kennis, komen op een punt waar zij, als ze verder willen gaan, tegelijkertijd in moeten gaan in de liefde en moeten ondervinden dat de twee één zijn: de kennis is het licht van de vereniging met het Goddelijke, de liefde de ziel zelf van deze kennis.

> Willen jullie weten hoe het Goddelijke zijn liefde in de wereld manifesteerde? Hij deed dat in de vorm van een groot offer, van het uiterste geven van zichzelf. Het volmaakte bewustzijn aanvaardde om zich onder te dompelen in het onbewustzijn van de materie en daardoor te worden geabsorbeerd, opdat het bewustzijn zelfs in de diepten der duisternis gewekt zou kunnen worden en de goddelijke macht zich geleidelijk zou kunnen verheffen en van dit hele gemanifesteerde universum een hogere uitdrukking van het goddelijke bewustzijn en de goddelijke liefde zou kunnen maken. Dit was werkelijk de allerhoogste liefde: om het verlies van de volmaakte goddelijke staat, van zijn absolute bewustzijn, zijn oneindige kennis te aanvaarden om zich te verenigen met het onbewustzijn en in de wereld te verblijven met de onwetendheid en duisternis.

note: Dit zelfde verhaal van het offer van Christus wordt ook verteld in het Padwerk

Moet ons vitale wezen deelnemen aan de goddelijke liefde? Zo ja, wat is dan de juiste manier?

> De goddelijke liefde stort zich in haar manifestatie op aarde tot in de meest materiële materie.

> Als het vitale er niet zou zijn om zijn dynamiek en levende kracht in de materie te injecteren, zou zij dood blijven; want de hogere delen van het wezen, die dan niet met de aarde in contact zouden kunnen komen en niet in het leven geconcretiseerd zouden kunnen worden, zouden zich onvoldaan terugtrekken en verdwijnen.

> Het is de energie van het vitale die de doodse en gevoelloze materie doordringt om haar te doen reageren en te doen leven. Maar de vijandige krachten hebben deze energie vervormd; zij hebben haar veranderd in een veld van gewelddadigheid, egoïsme, begeerten en allerlei lelijks en zo hebben ze haar verhinderd haar plaats in het goddelijke werk in te nemen.

> Het enige wat moet worden gedaan, is haar te transformeren, niet haar beweging onderdrukken of haar vernietigen. Want zonder haar is er nergens enige intensiteit mogelijk.

> De liefde is een kracht van de hoogste orde die het Eeuwige Bewustzijn van zich heeft doen uitgaan naar een trage en duistere wereld om deze wereld en haar wezens terug te brengen tot het Goddelijke.

> Deze wereld was een wereld van dode materie totdat de goddelijke liefde erin neerdaalde en haar tot leven wekte. Sindsdien is zij haar zoeken naar deze goddelijke levensbron begonnen;

Wat is precies de aard van de religie? Is zij een hindernis voor het spirituele leven?

> De geloofsartikelen en dogma’s van een religie zijn producten van het mentale en als je je daaraan vasthoudt en jezelf opsluit in een vastgestelde gedragscode, dan ken je de waarheid van de geest niet, die zich vrij en ruim voorbij alle codes en dogma’s bevindt.

> Wanneer je stil blijft staan bij een religieuze geloofsbelijdenis en je daaraan bindt en haar voor de enige waarheid ter wereld houdt, houd je tegelijkertijd de vooruitgang en ontplooiing van je innerlijke wezen tegen.

> Maar als je religie vanuit een andere hoek bekijkt, is ze niet noodzakelijkerwijze een belemmering voor de vooruitgang van alle mensen. Als je haar beschouwt als één van de hoogste activiteiten van de mensheid en als je de aspiratie van de mens in haar kunt zien, zonder de onvolmaaktheid van alle door de mensen gemaakte dingen uit het oog te verliezen, kan ze heel goed haar plaats innemen tussen de dingen die een hulp zijn om het spirituele leven nader te komen.

> Samen met de filosofie geeft zij de grens aan die het menselijk mentale in zijn hoogste activiteiten heeft bereikt.

  • Als je de slaaf van haar uiterlijke vorm bent, is zij een belemmering en een keten;

  • als je weet hoe je haar innerlijke substantie kunt gebruiken, kan ze je als springplank dienen voor de gebieden van de geest.

> De dingen krijgen alleen maar een innerlijke waarde en worden werkelijk voor je wanneer je ze door eigen vrije keuze hebt verkregen en niet wanneer ze je zijn opgelegd.

> Distancieer je van alles wat je natuurlijke omgeving, de erfenis van je voorouders uitmaakt en dat werd gevormd en je is opgedrongen door het blinde, werktuiglijke proces van de Natuur; keer je naar binnen en bekijk de dingen rustig en zonder hartstocht. Schat hun respectievelijke waarde en maak een vrije keus.

> Als we een klein beetje doordringen in ons innerlijk, zullen we ontdekken dat er in ieder van ons een bewustzijn is dat door de eeuwen heen heeft geleefd en zich in een groot aantal vormen heeft gemanifesteerd. Ieder van ons werd in verschillende landen geboren, heeft tot een groot aantal nationaliteiten behoord en heeft in de meest uiteenlopende religies geloofd. Waarom zouden we de laatste als de beste moeten aanvaarden? De ervaringen die we tijdens al deze levens in verschillende landen en religies hebben verzameld, worden bewaard in de innerlijke continuiteit van ons bewustzijn die door alle geboorten heen blijft bestaan. Er is een veelvoud aan persoonlijkheden in ons die door deze ervaringen uit het verleden zijn geschapen en wanneer we ons van deze menigte in ons bewust worden, is het ons niet meer mogelijk een bepaalde vorm van waarheid de enige waarheid te noemen.

> Als het je doel is vrij te zijn, in de vrijheid van de geest, moet je je ontdoen van alle banden die niet de innerlijke waarheid van je wezen zijn, maar uit onderbewuste gewoonten voortkomen. Als je je volledig, absoluut en uitsluitend aan het Goddelijke wilt wijden, moet je het volledig en oprecht doen; er mag geen enkel fragmentje van je nog hier of daar gebonden zijn.

> Al je relaties moeten opnieuw worden opgebouwd op basis van een innerlijke vrijheid en een innerlijke keuze.

> De waarheid is op zichzelf duidelijk en heeft het niet nodig de wereld te worden opgelegd; zij heeft er helemaal geen behoefte aan door de mensen te worden aanvaard.

> Denk niet meer aan degene die je was, maar aan degene die je wilt zijn; wees helemaal in wat je wilt verwerkelijken.

Kunnen alle fysieke ziekten uiteindelijk worden toegeschreven aan een wanorde in het mentale? Zo ja, wat voor mentale wanorde is dan bijvoorbeeld de oorzaak van uitslag of keelpijn?

> Lichamelijke ziekten zijn niet altijd het gevolg van een wanorde, een disharmonie of een verkeerde beweging van het mentale. De oorzaak van de ziekte kan in het mentale liggen, maar ook in het vitale; of het kan iets zijn dat min of meer zuiver fysiek is, zoals ziekten die door uiterlijke contacten worden veroorzaakt.

> Anderzijds is het lichaam over het algemeen compact, traag en apatisch en als er iets niet reageert en weerstand biedt aan de hogere krachten, dan komt dat omdat het niet in staat is even snel vooruit te gaan als de rest van het wezen. Het heeft tijd nodig; het kan alleen maar zijn eigen tempo volgen, zoals het dat in het gewone leven doet.

> Dit verschil tussen de vooruitgang van het innerlijke wezen en de traagheid van het lichaam, doet dikwijls een wanorde in het organisme ontstaan, die zich manifesteert door een ziekte.

> Het mentale en het vitale wezen van de mens volgen zo goed mogelijk de beweging van de universele krachten, en de stroom van de evolutie en de transformatie van de wereld draagt hen een eindweegs mee; maar het lichaam dat is onderworpen aan de wetten van de meest materiële natuur, beweegt zich heel langzaam. Na enige jaren, zeventig, of tachtig, honderd of tweehonderd jaar — en dat is misschien het maximum — is de ontwrichting zo groot, dat het uiterlijke wezen uiteenvalt. Het verschil tussen wat vereist wordt en de reactie daarop, het toenemend onvermogen van het lichaam om de beweging te volgen, leidt tot het verschijnsel dood.

> Dat is ook de reden waarom iedere grote vooruitgang bijna onveranderlijk wordt gevolgd door een periode van onbeweeglijkheid. Voor degenen die dat niet van tevoren weten, lijkt dat een golf van verdoving, stagnatie en ontmoediging, die tedere vooruitgang tegenhoudt.

> Maar de waarheid is dat die tijd nodig is om te assimileren; het is een pauze die het lichaam de gelegenheid geeft zich meer te openen, ontvankelijker te worden.

> Het bepaalde deel van het lichaam dat ziek wordt, duidt de aard aan van de innerlijke wanorde die is ontstaan; het geeft de oorsprong van de ziekte aan, het is een teken van haar oorzaak. Het onthult ook de aard van de weerstand die het wezen verhindert in zijn geheel met dezelfde snelheid vooruit te gaan. Het geeft de behandeling en de genezing aan. Als je volledig kon begrijpen waar de schoen wringt, als je kon vinden wat er heeft ontbroken aan je ontvankelijkheid en je dat deel zou kunnen openen voor de kracht en het licht, zou je in één ogenblik de verstoorde harmonie kunnen herstellen en zou de ziekte onmiddellijk verdwijnen.

> Het gevaar bij een ziekte wordt voor negen-tiende veroorzaakt door angst. Angst kan je de symptomen van een ziekte geven; ze kan je zelfs ziek maken, zo sterk kan haar uitwerking zijn.

> Wat ook de aard is van de ervaring die je hebt, laat nooit enige angst toe; je moet een onwankelbaar vertrouwen bewaren en voelen dat wat er ook gebeurt, het altijd juist datgene is dat moet gebeuren. Als je de weg eenmaal hebt gekozen, moet je alle gevolgen van je keuze onversaagd aanvaarden. Maar als je kiest en dan terugdeinst en nog eens kiest en je weer terugtrekt, altijd aarzelend, altijd twijfelend, altijd bang, schep je een disharmonie in je wezen die niet alleen je vooruitgang vertraagt, maar de oorzaak kan zijn van allerlei wanorde in het mentale wezen en het vitale wezen en van allerlei narigheden en ongesteldheden in het lichaam.

Kan een yogi een bewustzijnstoestand bereiken waarin hij alles kan weten, alle vragen kan beantwoorden, zelfs die welke betrekking hebben op ingewikkelde wetenschappelijke problemen, zoals bijvoorbeeld de relativiteitstheorie?

> De ware yogi weet niet op de mentale manier. Als hij alles weet, dan komt dat niet omdat hij toegang heeft tot alle mogelijke informatie of omdat hij alle feiten van het universum in zijn hoofd heeft of omdat zijn bewustzijn een soort wonderbaarlijke encyclopedie lijkt. Hij weet door zijn vermogen om dingen, mensen en krachten te bevatten of om zich dynamisch met hen te vereenzelvigen of hij weet omdat hij in een bewustzijn leeft of in contact is met een bewustzijn dat de waarheid en de kennis bevat.

> Het weten van de yogi is direct en onmiddellijk; het is niet deductief.

note: net als het essentieel (of causaal?) bewustzijn van Laurency

Overschrijden geleerden soms niet het mentale niveau? Men zegt dat Einstein zijn relativiteitstheorie niet heeft ontdekt door een beredeneringsproces, maar door een plotselinge inspiratie. Heeft die inspiratie iets te maken met het supramentale?

> Een geleerde die een inspiratie heeft die hem een nieuwe waarheid openbaart, krijgt die uit het intuïtieve mentale. De kennis komt als een directe waarneming in het hogere mentale niveau, dat zelf wordt verlicht door een licht uit een nog hoger niveau. Maar dat heeft allemaal niets te maken met de werking van het supramentale en dit gebied van het hogere mentale is ver van het supramentale niveau verwijderd.

> Er bevinden zich talloze gradaties, veel stadia en veel tussen-niveaus tussen het gewone menselijke mentale en het supramentale.

note: Zoals eerder aangegeven is het supramentale mss toch eerder wereld 42 ipv wereld 46 van Laurency. Het intuïtieve mentale hier is hetzelfde als het causale bij Laurency en ze zegt dat deze nog heel ver verwijderd is van het supramentale.

> Achter het algemene idee dat een yogi alles kan weten en alle vragen kan beantwoorden, staat het werkelijke feit dat er een niveau in het mentale ís waar de herinnering aan alle dingen wordt bewaard en altijd blijft bestaan. In dit domein worden alle mentale bewegingen die tot het leven op aarde behoren, geregistreerd en bewaard. Degenen die in staat zijn naar dit gebied te gaan, kunnen, als zij er de moeite voor nemen, er alles leren en te weten komen wat ze willen.

note: Laurency zegt dat het causale bewustzijn idd alle verworven informatie latent in zich heeft bewaard.

Wanneer het bewustzijn de supramentale vreugde heeft bereikt, heeft het dan nog belangstelling voor dingen van het mentale?

> Het interesseert zich op zijn eigen manier voor alle bewegingen van het universum, maar vanuit een ander gezichtspunt en met een andere visie.

Wat moet je doen wanneer je je lichamelijke conditie wilt veranderen, een genezing verkrijgen of een fysiek gebrek verbeteren? Moet je je concentreren op het doel dat je wilt verwerkelijken en je wilskracht uitoefenen, of moet je alleen maar leven in het vertrouwen dat het zal worden gedaan, of moet je je volledig toevertrouwen aan de goddelijke macht, opdat die het gewenste resultaat op zijn tijd en op zijn manier teweeg zal brengen?

> Elke manier kan onder verschillende omstandigheden doeltreffend zijn. De methode waarmee je het meeste succes zult hebben, hangt af van het bewustzijn dat je hebt ontwikkeld en van het karakter van de krachten die je in het spel kunt brengen.

> Maar je moet, wat je ook doet, welk proces je ook wilt volgen, en zelfs als je een grote bekwaamheid en een werkelijk vermogen hebt verworven, het resultaat aan het Goddelijke overlaten. Je kunt altijd proberen, maar het is aan het Goddelijke je al of niet de vruchten van je inspanning te geven. Daar houdt je persoonlijke vermogen op; als het resultaat komt, dan is het veroorzaakt door de macht van het Goddelijke en niet door de jouwe.

> De eerste en meest gebiedende noodzaak bij het mediteren is een volmaakte en absolute oprechtheid in het hele bewustzijn. Het is onontbeerlijk jezelf niet te bedriegen en anderen niet te bedriegen

Wat veroorzaakt de instinctieve weerzin tegen bepaalde dieren, zoals slangen en schorpioenen?

> Geen enkel soort weerzin hebben, is één van de fundamentele veroveringen van de yoga.

> De afkeer waarover je spreekt, wordt veroorzaakt door angst; als er geen angst zou zijn, zou ze niet bestaan. Deze angst is niet gebaseerd op de rede, zij is instinctief; zij is niet individueel, maar eigen aan het menselijk ras; het is een algemene suggestie in het bewustzijn van de hele mensheid. Wanneer je een menselijk lichaam aanneemt, aanvaard je tegelijkertijd een massa suggesties, denkbeelden, gevoelens, associaties, allerlei gevoelens van aantrekking en afkeer, alle angsten die tot de mensheid behoren.

> Sommige mensen voelen niet alleen helemaal geen afkeer voor slangen, maar zelfs sympathie, een voorkeur, ze hebben een vitale affiniteit met hen.

> In het licht van een dergelijk volmaakt bewustzijn verschijnen de dingen zoals ze zijn en niet zoals ze willen schijnen.

> De manier om dit volmaakte bewustzijn te verkrijgen, is je bewustzijn zoals het nu is, ruim te laten worden, het zijn sleur en grenzen te laten doorbreken, het op te voeden, het open te stellen voor het goddelijke licht, zodat dit er volledig en vrij kan werken. Maar het licht kan zijn werk alleen maar volledig en ongehinderd volbrengen,

  • wanneer je je hebt ontdaan van iedere begeerte en angst,

  • wanneer je in het mentale geen enkel vooroordeel meer hebt,

  • in het vitale geen voorkeuren en

  • in het fysieke geen gevoelens van vrees en aantrekking, die je kunnen verduisteren en belemmeren.

Als het Goddelijke, dat louter liefde is, de bron van de schepping is, waar komt dan al het kwaad vandaan dat zo overvloedig op aarde aanwezig is?

> Alles komt van het Goddelijke; maar de Allerhoogste heeft de wereld niet direct uit zichzelf doen uitgaan; er is een bewuste macht van hem uitgegaan, die zich via een neerdalende reeks gradaties heeft verspreid, waarbij zij door veel tussenpersonen is heen gegaan. Veel scheppers, of liever formateurs, vormgevers, hebben aan de schepping van de wereld deelgenomen. Zij zijn bemiddelende tussenpersonen en ik noem ze liever formateurs dan scheppers, want ze hebben de materie alleen maar haar vorm gegeven, haar karakter, haar aard. Zij waren talrijk; sommigen hebben harmonische en weldadige dingen gevormd, anderen slechte en boosaardige. Sommigen zijn ook eerder vervormers geweest dan bouwers want zij zijn tussenbeide gekomen in wat door anderen goed was begonnen en hebben het bedorven.

Is de plaats van onze materiële wereld niet heel laag op de ladder van de werelden die de schepping vormen?

> Onze wereld is de meest materiële, maar dat is geen reden waarom ze ‘heel laag’ zou zijn. Als zij laag is, dan komt dat omdat zij duister en onwetend is, niet omdat ze materieel is. Het is verkeerd om van het woord ‘materieel’ een synoniem van duisternis en onwetendheid te maken. Bovendien is de materiële wereld niet de enige wereld waarin we leven; zij is eerder één van de talrijke werelden waarin we gelijktijdig bestaan en op een bepaalde manier de belangrijkste. Zij is het terrein waar de werelden zich concentreren en concreet worden; zij is de plaats waar alle werelden zich moeten manifesteren. Het is waar dat zij op het ogenblik onharmonisch en duister is; maar dat is alleen maar een ongeluk, een verkeerd begin. Eens zal zij mooi en ritmisch worden en vol licht; want dat is de vervulling waarvoor zij is gemaakt.

Waarom gedragen kunstenaars zich over het algemeen lichtzinning en zijn ze luchthartig van aard?

> Wanneer ze zo zijn, dan komt dat omdat ze bijna voortdurend in het vitale bewustzijn leven. Hun vitale wezen is uiterst gevoelig en gemakkelijk door de krachten uit dit niveau te beïnvloeden; het ontvangt er allerlei indrukken en opwellingen uit, waarover ze geen enkele beheersing hebben.

> De meesten van degenen die zich kunstenaar noemen, ontlenen hun inspiratie aan de vitale wereld; en deze inspiratie brengt niets dat verheven of groot is.

> Vanuit het supramentale gezien zijn schoonheid en harmonie even belangrijk als iedere andere uitdrukking van het Goddelijke.

Is overgave niet hetzelfde als opoffering?

> Overgave zal je niet verminderen, maar je groter maken; zij zal je persoonlijkheid niet reduceren of verzwakken of vernietigen, integendeel, zij zal haar sterker en groter maken. Met overgave bedoelen we een vrijwillig integraal geven van jezelf, met al het geluk dat deze beweging met zich meebrengt; daarin is geen enkel gevoel van opoffering.

> Als het kleine menselijke mentale tegenover het goddelijke universele mentale staat en vol blijft houden dat het gescheiden wil blijven, zal het blijven wat het is, iets heel kleins en beperkts, niet in staat de aard van de hogere werkelijkheid te kennen of er zelfs mee in contact te komen.

> Maar als het kleine menselijke mentale zich overgeeft, zal het opgaan in het universeel mentale; het zal ermee één zijn, zowel naar kwaliteit als naar kwantiteit, waarbij het niets anders zal verliezen dan zijn beperkingen en vervormingen om er een wijdheid en stralende helderheid voor terug te krijgen. Het kleine bestaan zal van natuur veranderen, het zal de natuur aannemen van de grotere waarheid waaraan het zich overgeeft.

> Zolang je stil in je hoekje blijft terwijl je het gewone leven leeft, doet het je geen kwaad; maar als je met het Goddelijke in contact komt, zijn er maar twee wegen voor je open. Je geeft je over en je verenigt je met hem en dan word je door je overgave groter en verheerlijkt; of je komt in opstand en al je mogelijkheden worden vernietigd, je raakt je vermogens tot verwerkelijking steeds meer kwijt en tenslotte worden ze geabsorbeerd door wat je probeert te bestrijden.

> Heel veel mensen beschouwen overgave als een afstand doen van de persoonlijkheid, maar dat is een ernstige fout. Immers, de bestaansreden van ieder individu is het manifesteren van een aspect van het goddelijke bewustzijn, en het karakter van deze manifestatie, de uitdrukking van haar speciale aard, vormt ieder’s persoonlijkheid.

> Dientengevolge kan het individu door de ware houding tegenover het Goddelijke aan te nemen alleen maar gezuiverd worden van alle invloeden van de lagere natuur die zijn persoonlijkheid verminderen en vervormen.

> Om deze sublimatie te verkrijgen, moet de enkeling eerst alles opgeven wat zijn ware natuur vervormt, beperkt en verduistert; hij moet alles verwerpen wat tot de onwetende lagere bewegingen van de gewone mens en zijn blinde en kreupele leven behoort. En vóór alles moet hij zijn begeerten opgeven, want van alle bewegingen van de lagere natuur is begeerte de meest duistere, de meest verduisterende. Begeerten komen voort uit zwakte en onwetendheid en zij houden je aan je zwakte en onwetendheid gekluisterd. De mensen hebben de indruk dat hun begeerten in hen ontstaan; zij voelen ze diep uit hun wezen opkomen. Maar dat is een verkeerde indruk. Begeerten zijn golven van de uitgestrekte zee der duistere lagere natuur en zij doen de ronde van de ene persoon naar de andere. De mensen laten de begeerten niet in zichzelf ontstaan, maar worden door deze golven overweldigd; ieder die open en weerloos is, valt in hun greep en wordt door hen heen en weer geslingerd.

> Wanneer de mens bezeten is door begeerte, verliest hij ieder onderscheidingsvermogen en gelooft dat de bevrediging van deze begeerte een noodzaak is van zijn natuur. In werkelijkheid heeft begeerte niets met zijn ware menselijke natuur te maken. Hetzelfde geldt voor alle lagere opwellingen: jaloesie, afgunst, haat, gewelddadigheid. Dat zijn ook bewegingen waardoor je wordt gegrepen, golven die je overspoelen en je voortrollen; zij vervormen, zij behoren niet tot het ware karakter van de ware natuur; zij vormen geen wezenlijk en onscheidbaar deel van jezelf, maar komen voort uit de zee van duisternis die je omgeeft en worden in beweging gezet door de krachten van de lagere natuur. Deze begeerten, deze hartstochten, hebben geen enkele persoonlijkheid; er is in hen of in hun werking niets dat speciaal voor jou kenmerkend zou zijn; ze manifesteren zich in iedereen op dezelfde manier.

> De duistere bewegingen van het mentale, de twijfels, de fouten en moeilijkheden die de persoonlijkheid versluieren en haar uitbreiding en vervulling verminderen, komen ook uit dezelfde bron. Het zijn voorbijgaande golven die zich meester maken van allen die zich laten grijpen en zich laten gebruiken als blinde instrumenten. En toch blijft iedereen geloven dat deze bewegingen deel van hemzelf uitmaken en een kostbaar product van zijn eigen vrije persoonlijkheid zijn.

> Als jullie hebben begrepen wat ik daarnet heb gezegd, kunnen jullie het verschil, het grote verschil begrijpen tussen spiritualiteit en moraal, twee dingen die altijd worden verward.

> Het spirituele leven, het leven waarin je yoga doet, heeft een voortdurende groei tot doel, die je tenslotte tot de vereniging met het goddelijke bewustzijn voert en heeft als resultaat dat alles wat er in ieder van ons is, wordt gezuiverd, geïntensiveerd, verheerlijkt en vervolmaakt.

> De moraal gaat daarentegen met mentale constructies te werk en stelt door een aantal principes over wat goed is en wat niet, een ideaal type vast waar ieder op moet lijken.

> Alle mensen moeten in de enige vorm van een enkel ideaal worden gegoten, ze moeten allemaal gelijk worden gemaakt, uniform en zonder uitzondering. Omdat de moraal naar haar aard zelf zo star en onwerkelijk is, is zij zowel wat haar principe als wat haar werking betreft, het tegendeel van het spirituele leven.

note: ook Laurency verwerpt de moraal als dusdanig

> Het is waar dat het spirituele leven de unieke essentie in allen openbaart; maar het onthult ook de oneindige verscheidenheid. Het werkt aan de verscheidenheid in de eenheid en aan de volmaaktheid in deze verscheidenheid. De moraal maakt een kunstmatig model, in tegenstelling tot de afwisseling van het leven en de vrijheid van de geest. Zij schept een onveranderlijk en beperkt mentaal beeld en vraagt van iedereen zich hieraan te houden. Alle mensen moeten eraan werken dat zij dezelfde eigenschappen krijgen en dezelfde ideale natuur. De moraal is niet goddelijk en komt niet van het Goddelijke; zij is door de mens gemaakt en is alleen maar menselijk. Als haar basis vestigt zij een strakke verdeling tussen goed en kwaad, maar dat is een willekeurig denkbeeld. Zij neemt dingen die betrekkelijk zijn en wil die opleggen als iets absoluuts; maar dit goed en kwaad verschilt naar gelang van het klimaat, het tijdperk en het land.

> Het spirituele leven betekent verwerping van alle begeerten. Volgens zijn wet moet je alle bewegingen die je van het Goddelijke zouden kunnen verwijderen, opzij zetten. Je moet ze afstoten, niet omdat ze op zichzelf slecht zijn — want ze kunnen goed zijn voor iemand anders en in een andere sfeer — maar omdat ze behoren tot de impulsen, tot de onwetende en onverlichte krachten die barrières op de weg naar het Goddelijke zijn. Alle begeerten, goed of kwaad, behoren tot deze categorie; want begeerte, welke het ook moge zijn, komt voort uit een duister en onwetend vitaal wezen.

> Aanvaardt dus alles wat je tot het Goddelijke voert, verwerp alles wat je ervan verwijdert. Maar zeg niet: dit is goed en dat is slecht en probeer niet je standpunt aan anderen op te leggen, want de weg die anderen gaan, kan heel anders zijn dan die van jou; en wat jij slecht noemt, is zelfs heel dikwijls uitstekend voor je buurman die niet probeert het goddelijke leven te verwerkelijken.

> Laten we een voorbeeld nemen om het verschil tussen de morele en de spirituele manier om de dingen te bekijken, te illustreren. De gewone morele denkbeelden maken onderscheid tussen een vrijgevig en een gierig mens. En in een bepaalde maatschappij wordt de gierigaard gelaakt en geminacht, terwijl de vrijgevige mens wordt geacht vanwege zijn onzelfzuchtigheid en zijn sociale nuttigheid, hij wordt geprezen om zijn deugd. Maar vanuit het spirituele gezichtspunt bevinden zij zich allebei op hetzelfde niveau; de vrijgevigheid van de één en de gierigheid van de ander zijn vervormingen van een hogere waarheid, van een groter goddelijk vermogen. Er is een vermogen dat in zijn goddelijke beweging de krachten, de dingen en alles wat het op alle niveaus, vanaf het meest materiële tot het meest spirituele, bezit, vrij uitdeelt, verspreidt en projecteert. Achter de vrijgevige mens en zijn vrijgevigheid bevindt zich een ziel-type dat deze beweging uitdrukt; het is een vermogen tot verspreiden, tot op grote schaal uitdelen. Er is een ander vermogen dat in zijn goddelijke beweging, vanaf het meest materiële niveau tot het hoogste, de krachten, de dingen en alles wat het kan bezitten, verzamelt, ophoopt, vergaart en opstapelt. De mens die van gierigheid wordt beschuldigd, was als instrument van deze laatste beweging geschapen. Beide typen zijn belangrijk: beide zijn nodig in de verwerkelijking van het geheel; de beweging die aantrekt en concentreert is niet minder nuttig dan de beweging die verspreidt en verstrooit. Deze twee typen mensen worden, wanneer zij zich werkelijk hebben overgegeven aan het Goddelijke, instrumenten voor zijn werk, allebei in dezelfde mate en met gelijke waarde. Maar zolang zij zich niet hebben overgegeven, worden de twee net eender bewogen door de opwellingen uit de onwetendheid: de één wordt gedrongen te verspillen, de ander tot alles naar zich toe halen: allebei worden ze meegesleept door krachten die voor hun eigen bewustzijn onduidelijk zijn en je kunt nauwelijks tussen beide kiezen. Vanuit het hogere gezichtspunt van de yoga zou je de vrijgevige mens die zo gewaardeerd wordt, meestal kunnen zeggen: ‘Al je opwellingen van vrijgevigheid hebben geen enkele spirituele waarde, want zij komen voort uit het ego en een onwetende begeerte’ En anderzijds kun je soms onder degenen die van gierigheid worden beschuldigd, iemand ontdekken die bezig is met vergaren en opstapelen, vol van een rustige beslistheid en geconcentreerd in het werk dat hem door zijn natuur is toegewezen; en als deze man eenmaal is ontwaakt, zal hij een heel goed instrument van het Goddelijke zijn. Maar over het algemeen worden zowel de gierigaard als zijn tegenpool aangezet vanuit het ego en de begeerte; ieder aan het tegenovergestelde eind van dezelfde onwetendheid. Allebei zullen zij zich moeten zuiveren en veranderen, willen ze in contact kunnen komen met het hogere dat achter hen staat en het op de manier van hun werkelijkeaard kunnen uitdrukken.

> Iedereen is een afzwakking of karikatuur van het type dat door het Goddelijke was bedoeld, een mentale en vitale vervorming van dingen die een grotere spirituele waarde hebben. De verdraaiing en het karikatuur worden door een verkeerde beweging veroorzaakt. Wordt deze beweging eenmaal beheerst, is de ware houding aangenomen, de juiste beweging gevonden, dan openbaren al deze typen gelijkelijk hun goddelijke waarde; zij worden allemaal gerechtvaardigd door de waarheid die in hen is; zij zijn allemaal even belangrijk, even noodzakelijk, allemaal verschillend, maar allemaal onontbeerlijk voor de goddelijke manifestatie.

Filosofen onderscheiden drie stadia van bewustzijn. Ten eerste, onbewustzijn, zoals in mineralen en planten, ten tweede, bewustzijn, zoals in de dieren, en ten derde, bewust bewustzijn, zoals in de mens. In hoeverre is deze gradatie waar en in hoeverre beschrijft zij de aard van het bewustzijn?

> ik ben er niet zeker van dat er zulke scherp omlijnde en duidelijke vakken, zoals jij die beschrijft, kunnen worden gemaakt. Ten eerste betwijfel ik dat datgene wat het speciale kenmerk van de mens genoemd wordt, namelijk bewust te zijn van zichzelf, alleen tot hem beperkt is en nergens anders kan worden gevonden. Veel dieren tonen in opmerkelijke mate opwellingen tot denken en overwegen en beredeneren; ook zij hebben een taal die, hoewel in een heel eenvoudige vorm, de algemene kenmerken van de menselijke spraak heeft; sommige kunnen tot op zekere hoogte met verstand de menselijke taal begrijpen. Je zou in het algemeen kunnen zeggen dat ten minste de hogere dieren een soort rudimentair menselijk bewustzijn hebben. Zo is er ook zelfs in wat je onbewustzijn noemt, een spel van bewustzijn; maar daar is het verborgen of versluierd. Als dat zo is, waar kun je dan de grens trekken tussen verschillende gebieden en zeggen waar het ene eindigt en het andere begint? De waarheid is dat er maar één bewustzijn is dat zich in en door een oneindig aantal zijnswijzen uitdrukt.

Voelt iemand die zich vereenzelvigt met het universele bewustzijn niet alle pijn en ellende van de wereld als de zijne? En is zo’n universeel bewustzijn niet het hoogste doel?

> Het is een wijd verbreide fout het universele bewustzijn te verwarren met het Goddelijke Bewustzijn. Het universele is niet het Goddelijke. Het Goddelijke Bewustzijn verschilt net zoveel van het universele bewustzijn als het van het individuele bewustzijn verschilt. Het universele bewustzijn geeft op een bepaalde manier een stadium aan in de vooruitgang van de enkeling, want het bevrijdt je van louter egoïstische en zelfzuchtige bewegingen en geeft je bewustzijn een zekere wijdheid en rijkdom.

> In werkelijkheid kan het Goddelijke Bewustzijn niet komen als gevolg van een langzame of geleidelijke ontwikkeling van je bewustzijn. Hoezeer je je bewustzijn zich ook laat ontwikkelen of toenemen of uitbreiden, het zal het Goddelijke nooit bereiken. Je bereikt het Goddelijke Bewustzijn door een ommekeer van je bewustzijn; want het is een bewustzijn dat niet alleen in maat van het gewone bewustzijn verschilt, maar in soort; want het gewone bewustzijn is, — niet in wezen of oorspronkelijk, maar in feite en in werkelijkheid — een vorm van onwetendheid of onbewustzijn. Alleen wanneer deze staat van onbewustzijn wordt omgekeerd, dat wil zeggen, ondersteboven of binnenstebuiten gekeerd, wordt het Goddelijke Bewustzijn geopenbaard. Deze vervulling vooronderstelt ongetwijfeld een bepaalde graad van ontwikkeling, een bepaalde mate van voorbereiding; maar wanneer het gebeurt, komt het als een plotselinge wervelende ommekeer van je bewustzijn.

> De Materie moet het Goddelijke Bewustzijn herwinnen en in zichzelf belichamen

> Het interessante van het spel is dat de Materie de vrijheid werd gegeven om het Goddelijke Bewustzijn zowel te vergeten als te herwinnen. Zonder deze ogenschijnlijke vrijheid zou er geen spel zijn. Als het Goddelijke Bewustzijn niet toe zou laten dat zijn manifestatie ook maar enige hindernis in de weg zou worden gelegd, zou het spel eindigen voordat het kon beginnen.

> De ontknoping in het laatste Bedrijf is bekend, is van tevoren vastgesteld; maar om die te bereiken, moet je handelen alsof alles voortdurend wisselt en vrij is. Daarom legt het Goddelijke Bewustzijn zichzelf niet op aan de Materie die het weigert; het probeert geen wonder met de Materie. Dan zou er geen spel, geen betekenis zijn in een zich ontvouwende manifestatie. Het Goddelijke Bewustzijn probeert niet de Materie te dwingen, hoewel het achter haar staat en al zijn overtuigingskracht, zijn stille aandringen en langzaam overreden gebruikt totdat de Materie het licht erkent en ertoe ontwaakt. Het Goddelijke heeft het goddelijke geduld om dat doel tot stand te brengen.

note: dit doet me denken dat materie idd Lucifer zelf is dat door God werd gevangengezet (volgens Jacob Lorber en ook ECIM)

Wat betekent ‘vitale bekering’ precies?

> Vitale bekering betekent dat het vitale het Goddelijke aanvaardt en erin toestemt getransformeerd te worden. Het is de eerste stap; eerst moet er de bekering zijn, want alleen dan is de transformatie mogelijk. Het vitale is doorgaans egoïstisch, koppig en opstandig; het gehoorzaamt niets anders dan zijn eigen grillen, het beweegt zich alleen maar volgens wat het zelf prettig of onaangenaam vindt, het kent of erkent geen enkele wet dan zijn eigen wet van het bestaan. Daarom is het eerste wat het vitale op de weg van de yoga moet doen: ontdekken en erkennen dat zijn eigen bewind niet het hoogste ideaal is, dat er een grotere waarheid bestaat — de waarheid van het Goddelijke — en dat het ter wille van zichzelf veel beter zou zijn zich daaraan te onderwerpen en zich over te geven. Dit vrijwillig opgeven van zijn gezag, dit toelaten van de heerschappij van het Goddelijke over zichzelf is wat bekering van het vitale wordt genoemd. Zo is er ook wat de bekering van het fysiek-mentale kan worden genoemd. Het fysiek-mentale en het vitale in de mens zijn als twee rovers die nauw samenwerken — de ene houdt hem tegen de grond, terwijl de andere hem berooft.

Dan is het vitale dus iets heel boosaardigs waarvan je je helemaal moet ontdoen?

> Nee, dat kun je niet zeggen. Het vitale is ongetwijfeld boosaardig, maar ook heel nuttig; want zonder het vitale zou er geen leven, geen handelen zijn en zou je nooit iets kunnen. Het is de bron van ieder dynamisch vermogen. Het vitale brengt op het fysieke niveau de dingen tot stand, het verwezenlijkt. Zonder het vitale kun je misschien verstandig en wijs zijn, rustig en onaangedaan blijven zitten en de dingen voor je ogen zien gebeuren; maar je zou niet in staat zijn aan het spel van de wereld mee te doen, je zou nog geen steen kunnen omkeren. Het vitale voorziet je van de energie om te werken — maar het moet worden gezuiverd en onder controle gebracht, getemd en getraind.

Wat is de oorzaak van de dood? Waarom sterven de mensen?

> De mensen sterven omdat het lichaam geen gelijke tred kan houden met de beweging van het universum. De hele schepping beweegt, gaat vooruit en transformeert zich voortdurend; maar het lichaam beweegt en verandert van nature langzaam; het staat steeds stil en blijft achter. Naarmate je ouder wordt, gaat het lichaam langzamerhand niet meer vooruit en wordt steeds meer stijf en star; dan komt er gauw de tijd waarop de ongelijkheid tussen de universele beweging en de toestand van het lichaam zo enorm is, dat de spanning teveel blijkt te zijn voor het lichaam, dat breekt — en dat is de dood. Het lichaam is nodig om de universele beweging een vorm, een stabiele individualiteit te geven en zolang de vorm verandert en zich vernieuwt overeenkomstig de gang van het universum, leeft het lichaam en gedijt en vervult zijn functie; maar na verloop van tijd wordt juist de stabiliteit van de vorm een oorzaak tot stagnatie en daardoor tot ontbinding en dood.

Kan een man worden wedergeboren als een vrouw, of een vrouw als een man?

> Dat is niet zo’n eenvoudige zaak. Een menselijk wezen is samengesteld uit veel verschillende elementen die in het lichaam door het lichaamsbewustzijn bij elkaar worden gehouden. Zodra het lichaam sterft, worden al deze elementen van elkaar gescheiden en raken verspreid. Dan kunnen enkele het lichaam van een vrouw binnengaan, andere het lichaam van een man, andere een kat of zelfs een plant. De hoofdpersoonlijkheid verandert echter zelden van geslacht.

Hoe lang duurt het voordat je na de dood opnieuw wordt geboren?

> Soms gebeurt het onmiddellijk: je verlaat je lichaam en gaat direct een ander in. Andere keren kan het jaren en zelfs eeuwen duren.

Kan één ziel in veel lichamen worden geboren?

> Als je met ziel het psychische wezen bedoelt, dan is het niet mogelijk. Het psychische wezen is integraal één en blijft altijd intact. Maar er zijn wezens — inderdaad heel zeldzaam — die een hoog en ruim bewustzijn hebben en zij kunnen, als zij dat verkiezen, veel lichamen tegelijkertijd ingaan en bewonen.


Lees dit spiekbriefje als pdf:

Lees het volledige boek hier